Eindejaarslijst chmkoome’s blog 2016

2 januari 2016

De koude wind die al jaren uit de rechtse hoek over het culturele veld waait maakte de afgelopen maanden flink slachtoffers!  Tijdelijke oplossingen werden in bepaalde gevallen wel gevonden, maar structureel gaat het bepaald niet goed. In het Haagse spelen daarnaast nog meer zaken een rol. De ontwikkelingen in het vastgoed en in de Haagse infrastructuur zorgen er voor dat Haagse kunstenaarsinitiatieven met hun hele hebben en houwen van hot naar her gestuurd worden. De ontwikkelingen in de Binckhorst zijn in dit opzicht tekenend: Billytown begon met een ambitieus programma en een heel nieuwe opzet en zal in april het veld moeten ruimen. Locatie Z was naar haar derde expositielocatie in een jaar verhuisd, ook in de Binckhorst , het zal daar weer weg moeten. Dat gebied leek veel mogelijkheden te bieden voor de kunstensector, maar de stedelijke ontwikkelingen en met name het gereed komen van de Rotterdamse baan zorgen er voor dat het gebied ook commercieel aantrekkelijk wordt. Daarnaast is er mede ten gevolge van de immigratie een behoefte aan woonruimte en er wordt naarstig gezocht naar kantoorruimtes die tot wooneenheden kunnen worden omgebouwd. Het gevolg is dat kunstenaarsinitiatieven met enorme onzekerheid blijven zitten over hun situatie.

Deze eindlijst is beperkt. Ik heb afgelopen jaar minder gezien wegens diverse reizen die ik mede ivm onderzoek heb gemaakt. Daarnaast ben ik ook uitgenodigd om jaarmeester te worden van het Apprentice-Master Project van Kunstpodium T en dat heeft me ook nogal bezig gehouden, de resultaten zijn op deze site de komende maanden te bezichtigen. Een bijkomend voordeel is wel dat ik regelmatig het land in zal gaan voor de erbij behorende tentoonstellingen en dus ook andere exposities in de omgeving zal zien. Zo ben ik recent al een paar keer in Park en de Pont geweest waar ik normaal wat moeilijker kom. Bij deze de toppers zonder hierarchie:

In Den Haag is Parts Project nadrukkelijk aanwezig met een paar waanzinnig goede tentoonstellingen waarvan ik vooral Show me Your Vital Parts top vond.  De installatie van Pim Voorneman droeg als entrée bij aan de gelaagdheid van de presentatie.
Het weekend waarin A day to clay a bust van Topp&Dubio plaats vond in 503 was gedenkwaardig, het interessante initiatief gaat rustig zijn eigen weg (dit weekend met Joost Rekveld) en de heren gaan door met acties in straten enzo..
Quartair maakte met Drawing Front een mooie tekeningententoonstelling en de tentoonstelling van Frank Halmans bij Ramakers was ook heel goed.
De tentoonstelling over Vilèm Flusser bij West past mooi in een zich steeds duidelijker aftekenend programma dat met het in gebruik nemen van Huis Huguetan nog veel meer mogeljkheden heeft zich te ontwikkelen. De recente tentoonstellingen See How the land Lays/Gagarin zijn daar een mooi voorbeeld van.

Baracca maakte bij Locatie Z de afsluiting van haar “Inside Job” project in een vrij moeilijke omgeving wel een goede show. Locatie Z zelf heeft op die locatie, het Helena van Doeverenplein,  kort maar hevig gefunctioneerd na eerst met All You can Eat van Ockenburg afscheid te hebben genomen. Thijs Ebbe Fokkens maakte onder de naam Escapist Cookbook een grote installatie die indruk maakte en de recente expositie The Group van The Holls-Collective, dit keer in de Binckhorst,  laat zien dat het potentieel ondanks alles onaangetast blijft.
Billytown maakte haar belofte volop waar met een serie tentoonstellingen: de solo van Marius Lut, de mooi onbevangen tentoonstelling Can’t do Nothing die door Bernice Nauta werd gecureerd en de nu nog te bezichtigen tentoonstelling van Iede Reckman, For All but Finitely Many, maken het om wanhopig van te worden dat zij weer verkassen moeten. Hopelijk vinden ze een manier om zo door te gaan.

Galerie Maurits van de Laar vierde zijn vijfentwintigjarige jubileum met een tentoonstelling die aangeeft dat de galeriehouder een mooi breed programma heeft ontwikkeld dat hem een sterke plek in de Haagse galeriewereld bezorgt. De tentoonstelling Auszeit van Diederik Gerlach in oktober was bijzonder fraai!

Helaas moeten we afwachten wat met een andere sterke galerie, Nouvelles Images, gebeurt nadat Erik Bos helaas veel te vroeg overleed. En, talking about galleries: De Art The Hague beurs begint nu wel smoel te krijgen, alleen het randgebeuren oogt bijzonder rommelig en hap-snap: kan daar niet een goede curator op gezet worden?

Galerie Durst Britt&Mayhew gaat onverdroten voort op de ingeslagen koers met een vrij ambitieus programma dat mooie tentoonstellingen oplevert, de tentoonstelling van Wieke Wester en Alexandre Lavet waren niet te versmaden!

STROOM blijft instelling van het jaar voor mij, zij zijn de spil van de Haagse kunstwereld en het hele land is daar jaloers op. Het twee-jarige project dat ze uitvoeren, Attempts to read the World (Differently) , vindt doorgang met intrigerende tentoonstellingen:  na vorig jaar de tentoonstelling met Neïl Beloufa te hebben gemaakt zagen we dit jaar de Display Show met Celine Condorelli, Gavin Wade en James langdon en nu het project Three Exhibits, Five Acts dat zich na de grote video-installatie van Max de Waard interessant ontwikkelt.

Dat de wind in HEDEN uit een andere hoek waait is ook duidelijk: met een consequente serie tentoonstellingen en deelname aan beurzen proberren zij hun bekendheid te vergroten en een aantal door henzelf gebrachte kunstenaars te promoten. De HEDEN-start prijs is een mooi intitiatief en tentoonstellingen als die van Ingrid Mol en Theo Jansen zijn altijd de moeite waard om te bezoeken.

Het Malieveld-project blijft interessant voor mij persoonlijk als laboratorium en incidenteel komen ook anderen daar werken op zaterdagochtend. Zo werd op 9 april het vierjarig jubileum gevierd met een aantal deelnemende kunstenaars.

Buiten Den Haag vind ik PARK in Tilburg toch heel bijzonder met o.a. een zomer-installatie van Yona Friedman en een fantastische tentoonstelling als Mwili na Akili met Charlote Schleiffert en Paul Bogaers. Lekker licht, een tentoonstelling die Eelco van der Lingen maakte voor het Centraal Museum in Utrecht vond ik erg de moeite waard en het was fijn om te zien dat ook This Art Fair in de beurs van Berlage wat meer karakter begint te krijgen. Het is goed dat individuele kunstenaars zich hier kunnen aanmelden.

Internationaal werd ik geraakt door de Robert Ryman-tentoonstelling in DIA-arts centre in New York, de Duchamp en Brancusi opstellingen in het Philadelphia Museum of Modern Art, de Barnes-Collection in Philadelphia, de heropening van het SF MOMA met een prachtige inventieve nieuwe vleugel en een fantastische brede presentatie van o.a. Elsworth Kelly. Verslagen stonden op Facebook, maar daar moet je kennelijk toch niet te enthousiast gebruik van maken want na een album met al mijn Malieveldwerk zijn nu ook drie van mijn U.S. albums verdwenen. Ik zal proberen in de loop van de komende maanden verslagen op dit blog te zetten.
De tentoonstelling van Annemiek Lauwerens in een kapel in Pernes les Fontaines in Zuid Frankrijk liet voor mij zien dat context heel belangrijk kan zijn voor het werk van een kunstenaar.

Ik had graag nog gezien:
Manifesta 11 in Zürich, Beat Generation in het Centre Pompidou, Georgia O’Keeffe in de Tate gallery, Machiel van Soest na Billytown ook in P.S. Projects met SequenceErik van Lieshout in Wiels, Francys Alys in de Wiener Sezession, de collectie Chtchtoukine in Fondation Louis Vuitton in Parijs en last but certainly not least: Carte Blanche voor Tino Sehgal in het Palais de Tokyo.

CD van 2016 (nog maar net binnen): Radiohead – A Moon Shaped Pool

Boek van 2016: Stefan Hertmans –De Bekeerlinge

Filmserie van 2016: Game of Thrones season VI,

 

 

Philadelphia

28-30 april 2016

Na Ashville in North Carolina bezoek ik Philadelphia in Pennsylvania.

Ezra Pound was voor mij een ontdekking. Michael McClure, die de lessen 20e eeuwse literatuur gaf aan CCAC, bracht me in contact met de Canto’s, zijn magnum opus, en die bleken voor een groot deel te bestaan uit vertalingen, citaten of beschrijvingen van Europese literatuur, met name middeleeuwse en renaissance literatuur die maar al te vaak uit Romaans taalgebied kwamen. In de Canto’s werden die teksten gecombineerd met persooonlijke ervaringen en herinneringen. McClure, die zelf een beat-poet en toneelschrijver is had alle schrijvers meegemaakt waarin ik geïnteresseerd was toen ik naar Amerika kwam en voor zo ver ze nog leefden ging hij met ze om. Hij had op een bepaald moment geen zin om les te geven en we gingen Lorca doen: hij declameerde uit zijn hoofd in het Spaans de gedichten van Federico Garcia Lorca waarop ik besloot Spaans te leren. Deze ervaring en de vertalingen van Pound van Franse, Italiaanse en Spaanse poëzie brachten me ertoe me meer op mijn eigen Europese achtergrond te oriënteren en terug te gaan naar Nederland waar ik me op Pound en al de schrijvers die hij vertaalde stortte. Ook de omgeving van Pound bleek interessant: Joyce, T.S. Eliot, Wyndham Lewis, de wereld in Londen en Parijs waarin Pound had geleefd voor en in de twintiger jaren bleken mateloos interessant, ook in beeldend opzicht. Pound leefde na zijn 23e jaar in Europa, Londen, Parijs en Italië, afgezien van de tijd dat hij was opgenomen in St. Elisabeth’s Hospital in Washington. In Philadelphia was Pound opgegroeid, naar de kerk gegaan en naar de universiteit gegaan waar hij Romaanse talen studeerde. Ik wilde wat van die plekken bezoeken om te zien in wat voor omgeving de dichter was geworden tot wie hij was. Dat bleek tegen te vallen, in Wyncote waar het oude woonhuis en de Presbyteriaanse kerk stonden waar hij in zijn jeugd kwam was niets meer te zien. De University of Pennsylvania was totaal vernieuwd, geen oud gebouw meer te bekennen. Geen spoor meer van de oude bard.
Tijdens mijn studie aan het CCAC werd tijdens filosofie o.a. John Dewey behandeld. Hij was een filosoof die zich uitgebreid met onderwijs had bezig gehouden en in zijn boek “Democracy and Education” uit 2016 analyseert hij hoe goed en breed onderwijs mensen kan doen groeien tot verantwoorde burgers van een democratische maatschappij. Een belangrijk element daarin is creativiteit. Dat element en hoe dat binnen de kunsten functioneert komt tot uiting in zijn boek “Art as Experience” dat in de veertiger en vijftiger jaren bij veel bekende Amerikaanse kunstenaars onder hun hoofdkussen lag. Vooral dat laatste boek was onderwerp van twee papers die ik tijdens mijn studie schreef en ik ontwikkelde er later in mijn werk een aantal ideeën over waarvan ik de aanzet al in die essays opschreef.
Dewey was geboren in Philadelphia en ontwikkelde een vriendschap met Albert C. Barnes, een kunstverzamelaar die rijk was geworden met een antibioticum. Zijn verzameling ontwikkelde zich snel tot een van de toonaangevende collecties impressionisten en modernisten in de V.S. waarbij Barnes allerlei ideeën begon te ontwikkelen over esthetiek en over onderwijs. Na een seminar van Dewey te hebben bezocht werden de twee qua karakter totaal verschillende heren dikke vrienden die een intellectuele verhouding ontwikkelden die voor beiden bijzonder vruchtbaar was. Dewey stimuleerde Barnes een stichting op te richten om met zijn verzameling mensen te leren naar kunst te kijken en om kritisch denken te ontwikkelen. Zo wilden ze de democratie in de VS bevorderen en ook de ontwikkeling van mensen in algemene zin stimuleren. Barnes had uitgebreide discussies met Dewey over zijn collectie en was ook steeds bezig die anders in te richten volgens elementen als licht, ruimte, lijnen en kleur. Daarnaast had Barnes ook sterke invloed op het boek “Art as Experience”van Dewey, hij had eerder zelf zijn boek “The Art in Painting” over esthetica gepubliceerd en vond dat Dewey zich ook met esthetiek moest bezig houden. Dewey ontwikkelde een serie lezingen voor Harvard University waarin hij zijn ideeën formeel naar buiten bracht en na enige tijd publiceerde hij als gevolg van die lezingen “Art as Experience”, waarin de ervaring als bron voor creatieve actie in algemene zin en als bron voor kunstzinnige daden benadrukt.
De Barnes Foundation bevond zich tot voor kort in Merion, nabij Philadelphia. Het was het woonhuis van Barnes en werd het tehuis van de stichting. Na ettelijke discussies en politieke touwtrekkerij is de collectie echter recent in een nieuw gebouw gehuisvest in het centrum van Philadelphia nabij het Philadelphia Museum of Art. Ik wilde het graag zien om te ervaren hoe de ideeën van Dewey en Barnes in de praktijk uitpakken. Na met EX-MÊKH en individueel tentoonstellingen te hebben gemaakt is het voor mij interessant om te zien hoe deze collectie in ensembles van diverse elementen wordt gepresenteerd: groeperingen van verschillende schilderijen met daarboven smeedwerk, dat van over de hele wereld door Barnes werd verzameld. Op de vloer sculpturen die vaak niet-westers waren, of meubels met keramiek. De idee was om een universeel idee van de creatieve impuls en de continuïteit van kunst uit heden en verleden te tonen, een idee dat tegenwoordig bijna vanzelfsprekend is. Dat ambachtswerk zoals ijzerbeslag en keramiek in gelijke mate gebruikt wordt als de meest fabelachtige meesterwerken om een beeld van de collectie te vormen is bijzonder en zeer effectief. De verzamelaar wordt zo ook een soort kunstenaar die de meesterwerken als materiaal gebruikt. Aan de andere kant is de collectie zo overweldigend dat elk meesterwerk zijn uniciteit verliest in een dergelijke omgeving.

Grote muurschildering zoals je die overal in Amerika tegen komt

De huidige behuizing van de US Mint, een instituut waar de vader van Ezra Pound vroeger werkte.

Ik was vroeg aangekomen in Philadelphia en kon pas wat later inchecken. Bij het rondlopen ontdekte ik een historische plek, Independance National Historical Park, een plek die, verborgen tussen de hoogbouw, de geschiedenis van de USA bevat. Hier een blik op Independance Hall en Congress Hall

De Liberty Bell, een symbool van vrijheid. Ze werd gebruikt om het bestuur van Pennsylvania bijeen te roepen en in de 19e eeuw werd het ook de Liberty Bell genoemd door anti-slavernij groeperingen.

In deze ruimte, zo werd me door een gids met de toon en het vlinderstrikje van Walter Cronkite verteld, werden de Decleration of Independance en de Constitution gesmeed en getekend door vertegenwoordigers van op dat moment 13 staten.

Kenmerkende gevels met koperen uitbouw.

Kunst in de openbare ruimte: Mark di Suvero

Het water om het gebouw van de Barnes Collectie

Dat er wel hypermodern uit ziet

Over de hele omgeving is nagedacht.

Binnen in de Barnes collectie. Er mocht niet gefotografeerd worden, dus dit is illegaal!

Dat geldt ook voor deze opname.

Deze foto heb ik uit de folder gekopieerd om een indruk te geven van zo’n ensemble.

Kostuumontwerpen van Picasso voor het ballet Parade dat door Eric Satie en Jean Cocteau is gemaakt voor de Ballets Russes van Diaghilev

Voor het Philadelphia Museum of Art staat dit standbeeld van Rocky, een Amerikaans icoon. Het was continu druk met mensen die samen met het beeld gefotografeerd wilden worden.

Aan het water een standbeeld van Thorsinn Karlsefni, uit het Epische verhaal Eric de Rode waarin de Noormannen de Amerikaanse kust aandoen vroeg in de 11e eeuw.

Kunst in de openbare ruimte: Claes Oldenburg in het stadscentrum.

Alexander Calder: One lacking – 1968 Calder kwam uit een familie van beeldhouwers uit Philadelphia. Werken zijn in heel de stad te vinden.

Barbara Hepworth: Rock Form (Porthcurno) – 1964

Bij de ingang van het Rodin-museum (onderdeel van het Philadelphia Museum of Art) is een versie van de Meudon Poort van Rodin, de hellepoort. Dit museum herbergt de grootste collectie Rodin’s buiten Parijs.

In deze poort zitten bekende werken van Rodin als de Denker en de drie schaduwen verwerkt.

De beelden die Rodin maakte van Honoré de Balzac zijn altijd favoriet bij mij.

Deze drie schaduwen schilderde ik ooit in San Francisco waar ze bij The legion of Honor staan.

De burgers van Calais doen het ook goed in het Noord-Atlantische licht

Verder naar het Philadelphia Museum of Art, dat is een enorm complex

met een indrukwekkende verzameling waarin werken als deze Degas.

Camille pisarro: L’île La Croix, Rouen

Of deze Amerikaan, James Abbott McNeill-Whistler: Nocturne

Edvard Munch: Meermin – 1896

De vorm van het schilderij is veroorzaakt doordat de opdrachtgever, Axel Heiberg, het wilde invoegen boven zijn verzameling, onder het dak.

Paul Cezanne: De grote Baders-1900-1906

Jackson Pollock: male and Female – 1942-1943

Man Ray: Fair Weather – 1943

Dit werk van Sol Lewitt vond ik wel erg mooi

en zo’n oude de Kooning vindt je niet in Europa.

Elsworth Kelly: Ubu – 1949

Elsworth Kelly: Deësis I – 1950

Elsworth Kelly: November painting – 1950

Jasper Johns: Memory Piece (Frank O’Hara) – 1961-1970

Jasper Johns: According to What – 1964

In een aparte ruimte een verzameling prachtige Brancusi’s

Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The Green Box) – 1934

Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923

Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923

Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923

Marcel Duchamp: Etant Données: 1. La chute d’eau 2. le gaz d’éclairage … 1946-1966

Marcel Duchamp: Etant Données: 1. La chute d’eau 2. le gaz d’éclairage … 1946-1966

Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016

Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016

Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016

The Barnes Foundation

The Philadelphia Museum of Art

Euregio

15 en 16 september 2012

Een rondje Euregio met Manifesta 9 Genk, “ Am Anfang “ Kunsthalle Bonn, keulen en Anselm Kiefer/Joseph Beuys : Zeichnungen, Gouchen,  Bücher: Museum Küppersmühle, Duisburg

Klikt u maar!

Manifesta 98

Bundeskunsthalle

http://www.art-magazin.de/kunst/52267/anselm_kiefer_bonn

Kolumba

Kueppersmuehle