Gisteren las ik in n.b. De Morgen dat Wim de Bie is overleden. Hij was al enige tijd uit beeld en nu rest de herinnering. Een daarvan uit het begin van mijn blog is dat hij Bieslog maakte dat ik met plezier volgde: persoonlijk, eigenzinnig en met het gevoel voor het kleine en details dat ook zijn carrière op televisie had gekenmerkt. Het doet me goed dat bieslog weer online te raadplegen is. Toen ik er wat in bladerde stuitte ik al snel op het vastgespijkerde koekje van David Shrigley, een kunstenaar waarvan je zou kunnen weten dat hij de Bie aansprak: hij plakte in zijn carrière ook met overtuiging heel wat burgerlijke waarden aan de buis. Toen ik hem eens ontmoette bij een opening liet hij voorzichtig weten dat hij mijn blog ook volgde waarmee ik destijds enorm verguld was.
David Shrigley: Vastgespijkerd koekje
Hoe kan je iemand recht doen die zich op zo veel manieren in het hoofd van veel Nederlanders heeft gevestigd. Die burgerlijke zaken werden steeds met een gevoel van weemoed behandeld, hij leek daar net als zijn compagnon toch een dubbele houding over te hebben. Juist dat gaf naar mijn idee een gevoel van herkenning bij veel Nederlanders. Er zijn zo veel kanten aan zijn bezigheden die ik bewonder en waarover ik met verwondering zag dat hij zich ook daar al mee bezig hield: de Duitse filosofische citaten, de klassieke zang en de gemankeerde pogingen tot bluesmuziek. Velen zullen zich beelden en video’s herinneren, de socials staan er vol mee. Hij kan rusten in de wetenschap dat hij de Nederlandse cultuur heeft verrijkt.
Vanmiddag werd bij het Haags Stadhuis een nieuw beeld geopenbaard in de nog steeds in ontwikkeling zijnde beeldengalerij die ooit door kunstenaar Peter Struycken werd bedacht. De kunstenaar die het nieuwe beeld heeft ontworpen is Yvonne Dröge Wendel, een gerenommeerd kunstenaar die een beeld als plek van engagement ontwierp: engagement met de medemens, met het materiaal waaruit het werk is gemaakt of met de sociale of stedelijke omgeving die door een dergelijk focuspunt meer aanwezig kan zijn. Dat dit zo werkt bleek al direct nadat het beeld werd geopenbaard doordat diverse mensen zich in het beeld bogen om zich met elkaar te onderhouden, een duet werd gezongen door twee zangeressen met het beeld als decor èn een percussiesolo werd uitgevoerd met het beeld als instrument. Materieel en qua plaatsing is het werk wat mij betreft geslaagd, het wit met de patroontekeningen erin zetten zich onnadrukkelijk af tegen het wit van het “ijspaleis”.
Eerst sprak Alexandra Landré als artistiek directeur van Stroom en vervolgens André Kruysen die tegenwoordig de verantwoordelijk curator is voor de beeldengalerij.
Yvonne Dröge Wendel keek toe en zag dat het goed was!
De eerste curator en initiator van de beeldengalerij Peter Struycken met onze favoriete socialite!
en het nieuwe beeld in volle glorie!
In gebruik genomen door het publiek
zicht op de binnenkant.
Het klassieke duet werkte erg mooi
en zelfs peter Struycken liet zich verleiden tot engagement.
Dit weekeinde vond bij Quartair de avant-garde theatervoorstelling met bovenstaande titel plaats. Het was een voorstelling die door Charlie Watkins en Petra van Beuningen werd gecreëerd en uitgevoerd. In het rechtergedeelte van de tentoonstellingsruimte was links een ruimte met een schot van de rest afgeschermd en daar vond het stuk plaats. Aan de rechterkant bevond zich een regietafel waaraan Rob Bothof geluid en licht verzorgde. Als decor stond een deur voor de achterwand, er was een bed voor en daarvoor nog een vlak met tuinaarde. Hiervoor stonden drie rijen met stoelen. Het had allemaal een bijzonder kernachtig DIY gehalte en oogde dus direct très avant garde.
Den Haag heeft naast de gevestigde instellingen altijd een levendige underground gehad van muziek, theater, beeldende kunst en literatuur. Sinds ik in Den Haag woon (1977) kwam ik steeds van alles tegen wat intrigeerde en soms ook beangstigde. Maldoror (ik had de Comte de Lautréamont gelezen, dus wist van wanten) , Radio Tonka met alles er om heen, de muzikanten in de kelders van Ruimtevaart (toen nog aan de Loosduinseweg), Atelier als Supermedium, dichtersavonden aan het Huygenspark, Trespassers W met activiteiten: ik kan het allemaal niet zo snel opdreunen maar er is meer dan je ziet in Den Haag. Maar daarbij hoort dus ook Charlie Watkins die met het multidisciplinaire Shitcluster enige naam heeft gemaakt.
Deze voorstelling past daar naadloos in: een gelaagd “self referential” stuk met sex, bloed en veel ingehouden woede. Het betreft dus een voorstelling over het maken van een voorstelling, gespeeld door twee acteurs die voortdurend van persona wisselen waarbij Charlie Watkins de regisseur/schrijver voorstelt die het stuk tot een goed einde wil brengen. Hij doet dat op ingehouden brits-flegmatieke wijze waaronder veel frustratie en spanning wordt onderdrukt. Bron van die spanning is Petra van Beuningen, de actrice die hem daarbij helpt en steeds broodnuchter reageert, maar ondertussen wel om erkenning verlegen zit. In beginsel is zij Gretha Thunberg die woedend is, bij de koning van haar land wordt geroepen die haar wel eens wat zal laten zien waarna zij door een windmolen vol bijlen aan stukjes wordt gehakt. Naarmate het stuk vordert wordt zij steeds meer Petra van Beuningen die een rol speelt en last heeft van het haantjesgedrag van Charlie. Ze wordt halverwege gevraagd als understudy voor Antigoné bij het Nationaal Toneel en even later wordt ze definitief gevraagd de rol over te nemen. Het onderhavige stuk kan daardoor niet worden afgemaakt. Charlie ziet zich schaakmat gezet en dan volgt een catharsis.
Ik vond het een mooie manier om een voorstelling te maken, te vertonen en voor mij als toeschouwer om te zien. De verschillende lagen geven een mooie spanning en namen mij mee in de diverse conflicten die getoond werden. De acteurs wisten die goed invoelbaar te maken, veel creatieve toeschouwers zullen daarin wat hebben herkend. Het in de handeling opnemen van de technicus versterkte de gelaagdheid van het stuk. Het was dus een geslaagde voorstelling en je zou hopen dat dit vaker zou gebeuren.
Sonia Delaunay: Cleopatra costume design for the 1918 Ballets Russes production of Cléopâtre, 1918 Lubov Tchernicheva as Cleopatra in Sonia Delaunay’s costume design for the 1918 Ballets Russes production of Cléopâtre, ca. 1918.
Verónica Peña en Tara Gladden: The watertank sessions (2020)
Een online tentoonstelling van gedocumenteerde performances bij het Ierse Bbeyond dat 20 jaar bestaat begint vandaag. Het programma is nogal uitgebreid met 40 werken die in 20 dagen op het vimeo-kanaal worden geplaatst. Dat begint vandaag vanaf 18.00 u met Verónica Peña en Tara Gladden (sound) in een video en Knöterich Raum van Surya Tüchler. Ook Haagse performance-coryfee Jolanda Jansen is hierin geprogrammeerd zoals u in het programma kan zien.
In het begin van deze crisis dacht ik al meteen aan de Decamerone van Bocaccio toen ik de verhalen uit Italië hoorde. Toen we naar Frankrijk gingen half maart had ik romantische ideeën over een terug getrokken leven waar we in rust studie en natuur zouden kunnen combineren. Ik had ook Pasolini’s verfilming van Bocaccio’s verhalen mee genomen om die nog eens terug te zien. Toen Macron echter het virus de oorlog verklaarde en een “confinement total” afkondigde zijn we de volgende morgen weer spoorslags naar huis gereden, waar dat confinement luttele dagen later weliswaar niet total, maar wel intelligent werd afgekondigd. De gevolgen zijn genoegzaam bekend, we waren tot boeken en films veroordeeld! Zo zag ik dan twee dagen terug de Decamerone van Pasolini weer, wat tot donkere dromen in Piranesi-achtige ruimtes aanleiding gaf. De film was een fijn weerzien en het was mooi om te zien hoe de regisseur zelf de schilder Giotto speelde als doorgaande lijn tijdens de vertellingen.
Ik besloot ook op het Malieveld op zaterdag schetsen te maken voor verhalen om elkaar te vertellen in isolatie, zoals de jongeren in de Decamerone deden die Florence ontvluchten voor de pest.
Pier Paolo Pasolini als Giotto in een still uit zijn Decamerone (1971)