18 augustus 2021

21 september 2018
En als je dan tòch in Parijs bent dan ga je toch zeker even naar de laatste hype: De Fondation Louis Vuitton heeft een gebouw laten neerzetten door de Amerikaanse architect Frank Gehry, vgl. Guggenheim Bilbao en de Walt Disney-concert hall in Los Angeles. Het geheel is buiten het centrum geplaatst in het Bois de Boulogne waar het naast een ouderwets kinderpretpark ligt te pronken tussen het groen. In de veronderstelling dat er tenminste een vaste collectie getoond zou worden kochten we een kaartje en wat schetst mijn verbazing: er was niets te zien. De Egon Schiele-Basquiat-tentoonstelling moet begin oktober openen en de vorige van afgelopen zomer was al weg. De toegang werd dus betaald voor bewondering van het gebouw. Het is een wat chaotisch geheel waarin je echt je weg moet zoeken. Het gebouw bestaat uit een harde kern waarin de ruimtes zich bevinden op diverse verdiepingen. Op die verdiepingen kan je ook naar buiten waar zich grote terrassen bevinden. Op die harde kern zijn dan grote transparante schillen bevestigd die de buitenkant van het gebouw vormen. Je vraagt je af hoe dat er over een aantal jaar uit ziet, maar nu oogt het allemaal indrukwekkend, bij deze een indruk:
Die Fransen houden tegenwoordig erg van een watertje bij het gebouw
En een kleine “cascade” is rustiek!
Het is nogal imposant, over the top zou ik zeggen met Vuitton’s Tag als zilveren signatuur op de muur.
Het geheel is moeilijk te vangen
De vormgeving van het gebouw wordt in het interieur doorgetrokken, zoals in deze lamp.
Boven het restaurant zwemmen deze vissen van je ne sais pas qui
Er was wel hypermoderne kunst in de projectruimte te zien: Blorange – 2018 van Matt Copson – laserprojecties
Het uitzicht op La Defense mengt goed met het gebouw
Het gezicht op de constructie vanaf de terrassen geeft een idee van de bouwprincipes
Op een van de terrassen staat zowaar een kunstwerk dat vast geïnstalleerd is: Adrian Villar Rojas: Where the slaves live – 2017 Een constant variërend werk dat is uitgevoerd in Objets trouvés waaronder aardappelen en allerlei andere levende organismen
waarvan u hier meer kunt herkennen
Een beetje zichzelf respecterend architect creëert een “Grotto” en daar hoort ook een kunstenaar aan het werk gezet te worden. In dit geval werd Olaffur Elliasson gevraagd een aan het gebouw aangepast werk te maken.
Een subtiel variërend geheel wat de wandeling in de “Grotto” een ervaring doet zijn.
Het levert in ieder geval mooie plaatjes op
Dan moeten we het nog over het auditorium hebben. Hiervoor werd Elsworth Kelly uitgenodigd wat kunstzinnige accenten te plaatsen. Wat hier wat obligaat oogt…
Maar hier erg mooi uitpakt. In een video die we konden zien zagen we dat hier wereldberoemde artiesten in de klassieke muziek, maar ook bekende balletgezelschappen en een rapper als Kanye West hier optraden.
2 januari 2016
De koude wind die al jaren uit de rechtse hoek over het culturele veld waait maakte de afgelopen maanden flink slachtoffers! Tijdelijke oplossingen werden in bepaalde gevallen wel gevonden, maar structureel gaat het bepaald niet goed. In het Haagse spelen daarnaast nog meer zaken een rol. De ontwikkelingen in het vastgoed en in de Haagse infrastructuur zorgen er voor dat Haagse kunstenaarsinitiatieven met hun hele hebben en houwen van hot naar her gestuurd worden. De ontwikkelingen in de Binckhorst zijn in dit opzicht tekenend: Billytown begon met een ambitieus programma en een heel nieuwe opzet en zal in april het veld moeten ruimen. Locatie Z was naar haar derde expositielocatie in een jaar verhuisd, ook in de Binckhorst , het zal daar weer weg moeten. Dat gebied leek veel mogelijkheden te bieden voor de kunstensector, maar de stedelijke ontwikkelingen en met name het gereed komen van de Rotterdamse baan zorgen er voor dat het gebied ook commercieel aantrekkelijk wordt. Daarnaast is er mede ten gevolge van de immigratie een behoefte aan woonruimte en er wordt naarstig gezocht naar kantoorruimtes die tot wooneenheden kunnen worden omgebouwd. Het gevolg is dat kunstenaarsinitiatieven met enorme onzekerheid blijven zitten over hun situatie.
Deze eindlijst is beperkt. Ik heb afgelopen jaar minder gezien wegens diverse reizen die ik mede ivm onderzoek heb gemaakt. Daarnaast ben ik ook uitgenodigd om jaarmeester te worden van het Apprentice-Master Project van Kunstpodium T en dat heeft me ook nogal bezig gehouden, de resultaten zijn op deze site de komende maanden te bezichtigen. Een bijkomend voordeel is wel dat ik regelmatig het land in zal gaan voor de erbij behorende tentoonstellingen en dus ook andere exposities in de omgeving zal zien. Zo ben ik recent al een paar keer in Park en de Pont geweest waar ik normaal wat moeilijker kom. Bij deze de toppers zonder hierarchie:
In Den Haag is Parts Project nadrukkelijk aanwezig met een paar waanzinnig goede tentoonstellingen waarvan ik vooral Show me Your Vital Parts top vond. De installatie van Pim Voorneman droeg als entrée bij aan de gelaagdheid van de presentatie.
Het weekend waarin A day to clay a bust van Topp&Dubio plaats vond in 503 was gedenkwaardig, het interessante initiatief gaat rustig zijn eigen weg (dit weekend met Joost Rekveld) en de heren gaan door met acties in straten enzo..
Quartair maakte met Drawing Front een mooie tekeningententoonstelling en de tentoonstelling van Frank Halmans bij Ramakers was ook heel goed.
De tentoonstelling over Vilèm Flusser bij West past mooi in een zich steeds duidelijker aftekenend programma dat met het in gebruik nemen van Huis Huguetan nog veel meer mogeljkheden heeft zich te ontwikkelen. De recente tentoonstellingen See How the land Lays/Gagarin zijn daar een mooi voorbeeld van.
Baracca maakte bij Locatie Z de afsluiting van haar “Inside Job” project in een vrij moeilijke omgeving wel een goede show. Locatie Z zelf heeft op die locatie, het Helena van Doeverenplein, kort maar hevig gefunctioneerd na eerst met All You can Eat van Ockenburg afscheid te hebben genomen. Thijs Ebbe Fokkens maakte onder de naam Escapist Cookbook een grote installatie die indruk maakte en de recente expositie The Group van The Holls-Collective, dit keer in de Binckhorst, laat zien dat het potentieel ondanks alles onaangetast blijft.
Billytown maakte haar belofte volop waar met een serie tentoonstellingen: de solo van Marius Lut, de mooi onbevangen tentoonstelling Can’t do Nothing die door Bernice Nauta werd gecureerd en de nu nog te bezichtigen tentoonstelling van Iede Reckman, For All but Finitely Many, maken het om wanhopig van te worden dat zij weer verkassen moeten. Hopelijk vinden ze een manier om zo door te gaan.
Galerie Maurits van de Laar vierde zijn vijfentwintigjarige jubileum met een tentoonstelling die aangeeft dat de galeriehouder een mooi breed programma heeft ontwikkeld dat hem een sterke plek in de Haagse galeriewereld bezorgt. De tentoonstelling Auszeit van Diederik Gerlach in oktober was bijzonder fraai!
Helaas moeten we afwachten wat met een andere sterke galerie, Nouvelles Images, gebeurt nadat Erik Bos helaas veel te vroeg overleed. En, talking about galleries: De Art The Hague beurs begint nu wel smoel te krijgen, alleen het randgebeuren oogt bijzonder rommelig en hap-snap: kan daar niet een goede curator op gezet worden?
Galerie Durst Britt&Mayhew gaat onverdroten voort op de ingeslagen koers met een vrij ambitieus programma dat mooie tentoonstellingen oplevert, de tentoonstelling van Wieke Wester en Alexandre Lavet waren niet te versmaden!
STROOM blijft instelling van het jaar voor mij, zij zijn de spil van de Haagse kunstwereld en het hele land is daar jaloers op. Het twee-jarige project dat ze uitvoeren, Attempts to read the World (Differently) , vindt doorgang met intrigerende tentoonstellingen: na vorig jaar de tentoonstelling met Neïl Beloufa te hebben gemaakt zagen we dit jaar de Display Show met Celine Condorelli, Gavin Wade en James langdon en nu het project Three Exhibits, Five Acts dat zich na de grote video-installatie van Max de Waard interessant ontwikkelt.
Dat de wind in HEDEN uit een andere hoek waait is ook duidelijk: met een consequente serie tentoonstellingen en deelname aan beurzen proberren zij hun bekendheid te vergroten en een aantal door henzelf gebrachte kunstenaars te promoten. De HEDEN-start prijs is een mooi intitiatief en tentoonstellingen als die van Ingrid Mol en Theo Jansen zijn altijd de moeite waard om te bezoeken.
Het Malieveld-project blijft interessant voor mij persoonlijk als laboratorium en incidenteel komen ook anderen daar werken op zaterdagochtend. Zo werd op 9 april het vierjarig jubileum gevierd met een aantal deelnemende kunstenaars.
Buiten Den Haag vind ik PARK in Tilburg toch heel bijzonder met o.a. een zomer-installatie van Yona Friedman en een fantastische tentoonstelling als Mwili na Akili met Charlote Schleiffert en Paul Bogaers. Lekker licht, een tentoonstelling die Eelco van der Lingen maakte voor het Centraal Museum in Utrecht vond ik erg de moeite waard en het was fijn om te zien dat ook This Art Fair in de beurs van Berlage wat meer karakter begint te krijgen. Het is goed dat individuele kunstenaars zich hier kunnen aanmelden.
Internationaal werd ik geraakt door de Robert Ryman-tentoonstelling in DIA-arts centre in New York, de Duchamp en Brancusi opstellingen in het Philadelphia Museum of Modern Art, de Barnes-Collection in Philadelphia, de heropening van het SF MOMA met een prachtige inventieve nieuwe vleugel en een fantastische brede presentatie van o.a. Elsworth Kelly. Verslagen stonden op Facebook, maar daar moet je kennelijk toch niet te enthousiast gebruik van maken want na een album met al mijn Malieveldwerk zijn nu ook drie van mijn U.S. albums verdwenen. Ik zal proberen in de loop van de komende maanden verslagen op dit blog te zetten.
De tentoonstelling van Annemiek Lauwerens in een kapel in Pernes les Fontaines in Zuid Frankrijk liet voor mij zien dat context heel belangrijk kan zijn voor het werk van een kunstenaar.
Ik had graag nog gezien:
Manifesta 11 in Zürich, Beat Generation in het Centre Pompidou, Georgia O’Keeffe in de Tate gallery, Machiel van Soest na Billytown ook in P.S. Projects met Sequence, Erik van Lieshout in Wiels, Francys Alys in de Wiener Sezession, de collectie Chtchtoukine in Fondation Louis Vuitton in Parijs en last but certainly not least: Carte Blanche voor Tino Sehgal in het Palais de Tokyo.
CD van 2016 (nog maar net binnen): Radiohead – A Moon Shaped Pool
Boek van 2016: Stefan Hertmans –De Bekeerlinge
Filmserie van 2016: Game of Thrones season VI,
14 mei 2016
Bij toeval werd vandaag het nieuwe SF MoMA geopend, dat wil zeggen, de nieuwbouw die tegen het alweer oude gedeelte van Botta is aangezet. Dat museum van Botta had ik ook nog niet gezien, in de tijd dat ik er woonde was het museum voor moderne kunst van San Francisco ergens anders gelegen en was het wat mij betreft wat stoffig. Ik was ook erg nieuwsgierig naar het gebouw van Botta toen het geopend werd, maar ben in geen vijfendertig jaar in de VS geweest. Nu deze buitenkans zich voordeed ben ik met mijn perskaart naar de opening gegaan en heb voor de officiele opening rustig rond kunnen lopen. Ik vind het direct mooier en interessanter dan het NY MoMA en het samengaan van oud en nieuw is fantastisch gelukt in een druk bebouwd gedeelte van de stad. De collectie is ook breder dan ik had vermoed door mijn eerdere ervaringen, bij deze een indruk:
Nabij de persingang al direct indrukwekkend werk van Richard Serra
Onder een prachtige tekening van Sol Lewitt wacht het personeel op de crowd
Elsworth Kelly: Colours on a wall en Study for Ormesson beiden van 1950. In zijn tijd in Parijs bestudeerde Kelly stedelijke structuren en ook architecturale details als schoorstenen, viaducten en dergelijke
Robert Smithson: Island of broken concrete – 1969
Robert Smithson: Nonsite (Essen soil and mirrors) – 1969
Eva Hesse: Untitled or Not Yet – 1966
Robert Rauschenberg: White Painting (three panel) – 1951 Rauschenberg onderzocht de minimale vereisten om tot een schilderij te komen. John Cage noemde dit werk enthousiast “vliegvelden voor licht, schaduw en deeltjes” waarbij hij ze zag als ontvankelijke oppervlakken die reageren op de wereld er omheen. Hij zou hierdoor geinspireerd zijn tot zijn stuk 4’33” dat een jaar later in première ging
Clyfford Sill: PH 971 – 1957
Peter Voulkos: Tientos – 1957
Joseph Albers: untitled
Giorgio de Chirico: Les Contrariétés du penseur – 1915
Alexander Calder is goed vertegenwoordigd, zoals hier bij de hippe verticale groenvoorziening
en hier in zijn eigen ruimte
Fantastische presentatie!
Elsworth Kelly wordt gefeatured bij deze opening met ook recenter werk
Prachtige grote ramen in het trappenhuis geven uitzicht op de terassen
Elsworth Kelly: Spectrum I – 1953 en Spectrum Colours Arranged by Chance – 1951-1953
Robert Ryman: Conduct – 1993
Richard Serra: 1-1-1-1 – 1969 – 1986
Buce Nauman: A Rose Has No Teeth – 1966 Een uitspraak van Wittgenstein. Origineel bedacht als een loden vlak dat aan een boom zou worden vastgemaakt waardoor het in de loop van de tijd in de boom zou verdwijnen.
Jasper Johns: Bridge – 1997
Robert Rauschenberg: Black Painting – 1952-1953 pendant van de witte schilderijen met hier meer nadruk op het oppervlak door onder de verf geplakte kranten
trap in de vide bij de overgang van het oude naar het nieuwe gebouw
Claudy Jongstra: Aarde – 2016
Het terras met cafetaria/restaurant van het museum op halve hoogte
Philip Guston: Nilit – 1977
Sol Lewitt met daarachter een grote Liechtenstein
William Kentridge: Drawing for II Sole 24 Ore (World Walking) – 2007
Michaël Borremans: The Hare – 2005
Doris Salcedo: Untitled – 1998
Raoul de Keijzer: Ice Birds – 2007
Mark Grotjahn: Pink and Yellow Face 808 – 2009
George Condo: Dancing Figures – 2015
Een gigantische balustrade op de bovenste verdieping,
en een monumentale hal als overgang naar het oude gebouw
Van buiten ziet het er zo uit
met aan de straatkant een smalle gevel
Aan de voorkant, uitkijkend op een plein het oude gebouw van Botta met daarachter de stralende nieuwbouw
Dan nog even naar de Yerba Buena Centre om een politieke tentoonstelling te zien
met o.a. werk van artiestencollectief Culture Strike: goedkoop, gemakkelijk en effectief
En een mooie installatie van Jorge Oteiro-Pallos: Old United Sates Mint – 2016 Dit in het kader van Slow Dialogues, Time Space and Scale van het uit Nederland afkomstige Slow Research Lab
Deze architecturale vormen zijn gegoten van materiaal dat zich in meer dan een eeuw heeft vastgezet op de schoorstenen van de SF-Mint, een overblijfsel van de California Gold Rush
Buiten voor het Jewish Contemporary Museum werken Latino’s aan een grote muurschildering
En in dat museum is een tentoonstelling over een van mijn helden: concertpromotor Bill Graham, die aan het roer stond van meer dan één groot event in de roerige jaren zestig. Dit is een heel vroege concertaffiche
Live at Fillmore East van de Allman Brothers Band is een van mijn meest favoriete rockplaten. Dit is de gitaar die Duane Allman, de snel na het concert verongelukte briljante gitarist van de band, bespeelde op die plaat. Filmore East was de oostkusttak van Fillmore West in San Francisco, een beroemde Ballroom waar veel Westcoastgroepen optraden. Beiden werden gerund door Bill Graham wiens herkenbare stem op veel concertopnamen te horen is in aankondigingen en en pogingen tot crowd-control.
De musea zijn dicht, maar na 17.00 u kan ik nog naar het Guggenheimfiliaal dat recent geopend is naast het nieuwe museum:
De handelaren voor de tempel als het ware die ook een graantje willen mee pikken: werk van Jasper Johns, Cy Twombly
en een groot werk van Bruce Nauman
Waarvan ook een weggevertje op papier te krijgen is.
Thuis gekomen klopt de politiek weer aan!
28-30 april 2016
Na Ashville in North Carolina bezoek ik Philadelphia in Pennsylvania.
Ezra Pound was voor mij een ontdekking. Michael McClure, die de lessen 20e eeuwse literatuur gaf aan CCAC, bracht me in contact met de Canto’s, zijn magnum opus, en die bleken voor een groot deel te bestaan uit vertalingen, citaten of beschrijvingen van Europese literatuur, met name middeleeuwse en renaissance literatuur die maar al te vaak uit Romaans taalgebied kwamen. In de Canto’s werden die teksten gecombineerd met persooonlijke ervaringen en herinneringen. McClure, die zelf een beat-poet en toneelschrijver is had alle schrijvers meegemaakt waarin ik geïnteresseerd was toen ik naar Amerika kwam en voor zo ver ze nog leefden ging hij met ze om. Hij had op een bepaald moment geen zin om les te geven en we gingen Lorca doen: hij declameerde uit zijn hoofd in het Spaans de gedichten van Federico Garcia Lorca waarop ik besloot Spaans te leren. Deze ervaring en de vertalingen van Pound van Franse, Italiaanse en Spaanse poëzie brachten me ertoe me meer op mijn eigen Europese achtergrond te oriënteren en terug te gaan naar Nederland waar ik me op Pound en al de schrijvers die hij vertaalde stortte. Ook de omgeving van Pound bleek interessant: Joyce, T.S. Eliot, Wyndham Lewis, de wereld in Londen en Parijs waarin Pound had geleefd voor en in de twintiger jaren bleken mateloos interessant, ook in beeldend opzicht. Pound leefde na zijn 23e jaar in Europa, Londen, Parijs en Italië, afgezien van de tijd dat hij was opgenomen in St. Elisabeth’s Hospital in Washington. In Philadelphia was Pound opgegroeid, naar de kerk gegaan en naar de universiteit gegaan waar hij Romaanse talen studeerde. Ik wilde wat van die plekken bezoeken om te zien in wat voor omgeving de dichter was geworden tot wie hij was. Dat bleek tegen te vallen, in Wyncote waar het oude woonhuis en de Presbyteriaanse kerk stonden waar hij in zijn jeugd kwam was niets meer te zien. De University of Pennsylvania was totaal vernieuwd, geen oud gebouw meer te bekennen. Geen spoor meer van de oude bard.
Tijdens mijn studie aan het CCAC werd tijdens filosofie o.a. John Dewey behandeld. Hij was een filosoof die zich uitgebreid met onderwijs had bezig gehouden en in zijn boek “Democracy and Education” uit 2016 analyseert hij hoe goed en breed onderwijs mensen kan doen groeien tot verantwoorde burgers van een democratische maatschappij. Een belangrijk element daarin is creativiteit. Dat element en hoe dat binnen de kunsten functioneert komt tot uiting in zijn boek “Art as Experience” dat in de veertiger en vijftiger jaren bij veel bekende Amerikaanse kunstenaars onder hun hoofdkussen lag. Vooral dat laatste boek was onderwerp van twee papers die ik tijdens mijn studie schreef en ik ontwikkelde er later in mijn werk een aantal ideeën over waarvan ik de aanzet al in die essays opschreef.
Dewey was geboren in Philadelphia en ontwikkelde een vriendschap met Albert C. Barnes, een kunstverzamelaar die rijk was geworden met een antibioticum. Zijn verzameling ontwikkelde zich snel tot een van de toonaangevende collecties impressionisten en modernisten in de V.S. waarbij Barnes allerlei ideeën begon te ontwikkelen over esthetiek en over onderwijs. Na een seminar van Dewey te hebben bezocht werden de twee qua karakter totaal verschillende heren dikke vrienden die een intellectuele verhouding ontwikkelden die voor beiden bijzonder vruchtbaar was. Dewey stimuleerde Barnes een stichting op te richten om met zijn verzameling mensen te leren naar kunst te kijken en om kritisch denken te ontwikkelen. Zo wilden ze de democratie in de VS bevorderen en ook de ontwikkeling van mensen in algemene zin stimuleren. Barnes had uitgebreide discussies met Dewey over zijn collectie en was ook steeds bezig die anders in te richten volgens elementen als licht, ruimte, lijnen en kleur. Daarnaast had Barnes ook sterke invloed op het boek “Art as Experience”van Dewey, hij had eerder zelf zijn boek “The Art in Painting” over esthetica gepubliceerd en vond dat Dewey zich ook met esthetiek moest bezig houden. Dewey ontwikkelde een serie lezingen voor Harvard University waarin hij zijn ideeën formeel naar buiten bracht en na enige tijd publiceerde hij als gevolg van die lezingen “Art as Experience”, waarin de ervaring als bron voor creatieve actie in algemene zin en als bron voor kunstzinnige daden benadrukt.
De Barnes Foundation bevond zich tot voor kort in Merion, nabij Philadelphia. Het was het woonhuis van Barnes en werd het tehuis van de stichting. Na ettelijke discussies en politieke touwtrekkerij is de collectie echter recent in een nieuw gebouw gehuisvest in het centrum van Philadelphia nabij het Philadelphia Museum of Art. Ik wilde het graag zien om te ervaren hoe de ideeën van Dewey en Barnes in de praktijk uitpakken. Na met EX-MÊKH en individueel tentoonstellingen te hebben gemaakt is het voor mij interessant om te zien hoe deze collectie in ensembles van diverse elementen wordt gepresenteerd: groeperingen van verschillende schilderijen met daarboven smeedwerk, dat van over de hele wereld door Barnes werd verzameld. Op de vloer sculpturen die vaak niet-westers waren, of meubels met keramiek. De idee was om een universeel idee van de creatieve impuls en de continuïteit van kunst uit heden en verleden te tonen, een idee dat tegenwoordig bijna vanzelfsprekend is. Dat ambachtswerk zoals ijzerbeslag en keramiek in gelijke mate gebruikt wordt als de meest fabelachtige meesterwerken om een beeld van de collectie te vormen is bijzonder en zeer effectief. De verzamelaar wordt zo ook een soort kunstenaar die de meesterwerken als materiaal gebruikt. Aan de andere kant is de collectie zo overweldigend dat elk meesterwerk zijn uniciteit verliest in een dergelijke omgeving.
Grote muurschildering zoals je die overal in Amerika tegen komt
De huidige behuizing van de US Mint, een instituut waar de vader van Ezra Pound vroeger werkte.
Ik was vroeg aangekomen in Philadelphia en kon pas wat later inchecken. Bij het rondlopen ontdekte ik een historische plek, Independance National Historical Park, een plek die, verborgen tussen de hoogbouw, de geschiedenis van de USA bevat. Hier een blik op Independance Hall en Congress Hall
De Liberty Bell, een symbool van vrijheid. Ze werd gebruikt om het bestuur van Pennsylvania bijeen te roepen en in de 19e eeuw werd het ook de Liberty Bell genoemd door anti-slavernij groeperingen.
In deze ruimte, zo werd me door een gids met de toon en het vlinderstrikje van Walter Cronkite verteld, werden de Decleration of Independance en de Constitution gesmeed en getekend door vertegenwoordigers van op dat moment 13 staten.
Kenmerkende gevels met koperen uitbouw.
Kunst in de openbare ruimte: Mark di Suvero
Het water om het gebouw van de Barnes Collectie
Dat er wel hypermodern uit ziet
Over de hele omgeving is nagedacht.
Binnen in de Barnes collectie. Er mocht niet gefotografeerd worden, dus dit is illegaal!
Dat geldt ook voor deze opname.
Deze foto heb ik uit de folder gekopieerd om een indruk te geven van zo’n ensemble.
Kostuumontwerpen van Picasso voor het ballet Parade dat door Eric Satie en Jean Cocteau is gemaakt voor de Ballets Russes van Diaghilev
Voor het Philadelphia Museum of Art staat dit standbeeld van Rocky, een Amerikaans icoon. Het was continu druk met mensen die samen met het beeld gefotografeerd wilden worden.
Aan het water een standbeeld van Thorsinn Karlsefni, uit het Epische verhaal Eric de Rode waarin de Noormannen de Amerikaanse kust aandoen vroeg in de 11e eeuw.
Kunst in de openbare ruimte: Claes Oldenburg in het stadscentrum.
Alexander Calder: One lacking – 1968 Calder kwam uit een familie van beeldhouwers uit Philadelphia. Werken zijn in heel de stad te vinden.
Barbara Hepworth: Rock Form (Porthcurno) – 1964
Bij de ingang van het Rodin-museum (onderdeel van het Philadelphia Museum of Art) is een versie van de Meudon Poort van Rodin, de hellepoort. Dit museum herbergt de grootste collectie Rodin’s buiten Parijs.
In deze poort zitten bekende werken van Rodin als de Denker en de drie schaduwen verwerkt.
De beelden die Rodin maakte van Honoré de Balzac zijn altijd favoriet bij mij.
Deze drie schaduwen schilderde ik ooit in San Francisco waar ze bij The legion of Honor staan.
De burgers van Calais doen het ook goed in het Noord-Atlantische licht
Verder naar het Philadelphia Museum of Art, dat is een enorm complex
met een indrukwekkende verzameling waarin werken als deze Degas.
Camille pisarro: L’île La Croix, Rouen
Of deze Amerikaan, James Abbott McNeill-Whistler: Nocturne
Edvard Munch: Meermin – 1896
De vorm van het schilderij is veroorzaakt doordat de opdrachtgever, Axel Heiberg, het wilde invoegen boven zijn verzameling, onder het dak.
Paul Cezanne: De grote Baders-1900-1906
Jackson Pollock: male and Female – 1942-1943
Man Ray: Fair Weather – 1943
Dit werk van Sol Lewitt vond ik wel erg mooi
en zo’n oude de Kooning vindt je niet in Europa.
Elsworth Kelly: Ubu – 1949
Elsworth Kelly: Deësis I – 1950
Elsworth Kelly: November painting – 1950
Jasper Johns: Memory Piece (Frank O’Hara) – 1961-1970
Jasper Johns: According to What – 1964
In een aparte ruimte een verzameling prachtige Brancusi’s
Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The Green Box) – 1934
Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923
Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923
Marcel Duchamp: The Bride Stripped Bare by her Bachelors, Even (The large Glass) – 1915-1923
Marcel Duchamp: Etant Données: 1. La chute d’eau 2. le gaz d’éclairage … 1946-1966
Marcel Duchamp: Etant Données: 1. La chute d’eau 2. le gaz d’éclairage … 1946-1966
Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016
Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016
Joseph Kosuth: Plays of/ for a Respirateur – installatie 2016