Als ik de tentoonstelling van Alexandre Lavet wil zien bij Dürst Britt & Mayhew moet ik eerst een deur door naar de achter-ruimte. De inrichting is veranderd en de voor- en achter ruimte zijn meer gescheiden van elkaar. Daartussen is een balie waarachter de galeriehouders zich terug kunnen trekken en waarop begeleidende publicaties liggen. De deur is echter een ingreep van de exposant die als deurknop een exacte replica van de knop van zijn slaapkamer in zijn huis in Brussel heeft aangebracht. Als je dan binnen stapt lijkt het alsof je in een tijdloze wereld komt waarin het stof van decennia is neergedaald. De installatie die de kunstenaar daar heeft gemaakt bestaat uit de complete voorraad kunstwerken die de galerie in voorraad heeft en die de opslag voor de expositieruimte heeft verruild. Door het gefilterde daklicht wordt de eerste indruk versterkt van een ruimte waar de tijd heeft stil gestaan. Het blijkt dat de kunstenaar bewust een droomachtige situatie heeft willen creëren en het heden met zijn dromen heeft willen combineren. Dat blijkt ook al uit details die in de tentoonstelling te zien zijn: decoratieve elementen van de wanden in zijn slaapkamer zijn overal op de juiste hoogte aangebracht en op verschillende plekken heeft de kunstenaar tekeningetjes gemaakt van de helden uit zijn jeugd. Voor mij is dat een bron van vreugde, want de smurfen en Guust Flater waren ook mijn helden.
Bij navraag blijkt dat details in de installatie die niet uit de voorraad van de galerie komen nauwgezet door de kunstenaar zijn gekopieerd. Zo liggen er naamplaatjes van schilderijen, stapels boeken en boterham- en fruitzakjes op de opgeslagen werken alsof men ooit druk bezig was met iets. Al deze zaken zijn met de hand door de kunstenaar na gemaakt. Je zou kunnen zeggen dat de verpakte stock-werken de dragers zijn van het werk van Lavet ware het niet dat die stock-werken materiaal zijn van diezelfde Lavet, de installatie moet als een geheel gezien worden. Als zodanig maakt het geheel wel indruk. Het roept vragen op over de plaats van de kunstenaar, over de galerie waar hij exposeert, over de context waarbinnen hij exposeert en over de voorgeschiedenis en ontwikkeling van de kunstenaar. Daarnaast is ook het werk van de kunstenaar onderwerp en welke waarde dat werk heeft in de eeuwigheid. Het is voor mij een stimulerende installatie die Alexandre Lavet uit een speels idee heeft laten ontstaan!
Achter-ruimte galerie
Stockwerken
idem
Installatie achterruimte
Un schtroumpf
Museumkaartjes
Lunchzakjes
Boeken
The artist is present in zijn pyjama en pantoffels die later in de ruimte zullen rondslingeren
In de voorruimte van de galerie hangt werk van Piotr Łakomy, een Pools kunstenaar die vrij klassieke schilderijen toont. Hij speelt met de verschillende gegevens die een schilderij vormen: achtergrond, structuur, kleur en meer. Resultaat zijn doeken met een abstract, naar landschappelijkheid neigend beeld waarin verf op allerlei wijzen wordt gemanipuleerd. Het meest opvallend zijn de cocons van de zijderups die op het doek zijn aangebracht en waarover geschilderd wordt.
De koude wind die al jaren uit de rechtse hoek over het culturele veld waait maakte de afgelopen maanden flink slachtoffers! Tijdelijke oplossingen werden in bepaalde gevallen wel gevonden, maar structureel gaat het bepaald niet goed. In het Haagse spelen daarnaast nog meer zaken een rol. De ontwikkelingen in het vastgoed en in de Haagse infrastructuur zorgen er voor dat Haagse kunstenaarsinitiatieven met hun hele hebben en houwen van hot naar her gestuurd worden. De ontwikkelingen in de Binckhorst zijn in dit opzicht tekenend: Billytown begon met een ambitieus programma en een heel nieuwe opzet en zal in april het veld moeten ruimen. Locatie Z was naar haar derde expositielocatie in een jaar verhuisd, ook in de Binckhorst , het zal daar weer weg moeten. Dat gebied leek veel mogelijkheden te bieden voor de kunstensector, maar de stedelijke ontwikkelingen en met name het gereed komen van de Rotterdamse baan zorgen er voor dat het gebied ook commercieel aantrekkelijk wordt. Daarnaast is er mede ten gevolge van de immigratie een behoefte aan woonruimte en er wordt naarstig gezocht naar kantoorruimtes die tot wooneenheden kunnen worden omgebouwd. Het gevolg is dat kunstenaarsinitiatieven met enorme onzekerheid blijven zitten over hun situatie.
Deze eindlijst is beperkt. Ik heb afgelopen jaar minder gezien wegens diverse reizen die ik mede ivm onderzoek heb gemaakt. Daarnaast ben ik ook uitgenodigd om jaarmeester te worden van het Apprentice-Master Project van Kunstpodium T en dat heeft me ook nogal bezig gehouden, de resultaten zijn op deze site de komende maanden te bezichtigen. Een bijkomend voordeel is wel dat ik regelmatig het land in zal gaan voor de erbij behorende tentoonstellingen en dus ook andere exposities in de omgeving zal zien. Zo ben ik recent al een paar keer in Park en de Pont geweest waar ik normaal wat moeilijker kom. Bij deze de toppers zonder hierarchie:
In Den Haag is Parts Project nadrukkelijk aanwezig met een paar waanzinnig goede tentoonstellingen waarvan ik vooral Show me Your Vital Parts top vond. De installatie van Pim Voorneman droeg als entrée bij aan de gelaagdheid van de presentatie.
Het weekend waarin A day to clay a bust van Topp&Dubio plaats vond in 503 was gedenkwaardig, het interessante initiatief gaat rustig zijn eigen weg (dit weekend met Joost Rekveld) en de heren gaan door met acties in straten enzo..
Quartair maakte met Drawing Front een mooie tekeningententoonstelling en de tentoonstelling van Frank Halmans bij Ramakers was ook heel goed.
De tentoonstelling over Vilèm Flusser bij West past mooi in een zich steeds duidelijker aftekenend programma dat met het in gebruik nemen van Huis Huguetan nog veel meer mogeljkheden heeft zich te ontwikkelen. De recente tentoonstellingen See How the land Lays/Gagarin zijn daar een mooi voorbeeld van.
Baracca maakte bij Locatie Z de afsluiting van haar “Inside Job” project in een vrij moeilijke omgeving wel een goede show. Locatie Z zelf heeft op die locatie, het Helena van Doeverenplein, kort maar hevig gefunctioneerd na eerst met All You can Eat van Ockenburg afscheid te hebben genomen. Thijs Ebbe Fokkens maakte onder de naam Escapist Cookbook een grote installatie die indruk maakte en de recente expositie The Group van The Holls-Collective, dit keer in de Binckhorst, laat zien dat het potentieel ondanks alles onaangetast blijft.
Billytown maakte haar belofte volop waar met een serie tentoonstellingen: de solo van Marius Lut, de mooi onbevangen tentoonstelling Can’t do Nothing die door Bernice Nauta werd gecureerd en de nu nog te bezichtigen tentoonstelling van Iede Reckman,For All but Finitely Many, maken het om wanhopig van te worden dat zij weer verkassen moeten. Hopelijk vinden ze een manier om zo door te gaan.
Galerie Maurits van de Laar vierde zijn vijfentwintigjarige jubileum met een tentoonstelling die aangeeft dat de galeriehouder een mooi breed programma heeft ontwikkeld dat hem een sterke plek in de Haagse galeriewereld bezorgt. De tentoonstelling Auszeit van Diederik Gerlach in oktober was bijzonder fraai!
Helaas moeten we afwachten wat met een andere sterke galerie, Nouvelles Images, gebeurt nadat Erik Bos helaas veel te vroeg overleed. En, talking about galleries: De Art The Hague beurs begint nu wel smoel te krijgen, alleen het randgebeuren oogt bijzonder rommelig en hap-snap: kan daar niet een goede curator op gezet worden?
Galerie Durst Britt&Mayhew gaat onverdroten voort op de ingeslagen koers met een vrij ambitieus programma dat mooie tentoonstellingen oplevert, de tentoonstelling van Wieke Wester en Alexandre Lavet waren niet te versmaden!
STROOM blijft instelling van het jaar voor mij, zij zijn de spil van de Haagse kunstwereld en het hele land is daar jaloers op. Het twee-jarige project dat ze uitvoeren, Attempts to read the World (Differently) , vindt doorgang met intrigerende tentoonstellingen: na vorig jaar de tentoonstelling met Neïl Beloufa te hebben gemaakt zagen we dit jaar de Display Show met Celine Condorelli, Gavin Wade en James langdon en nu het project Three Exhibits, Five Acts dat zich na de grote video-installatie van Max de Waard interessant ontwikkelt.
Dat de wind in HEDEN uit een andere hoek waait is ook duidelijk: met een consequente serie tentoonstellingen en deelname aan beurzen proberren zij hun bekendheid te vergroten en een aantal door henzelf gebrachte kunstenaars te promoten. De HEDEN-start prijs is een mooi intitiatief en tentoonstellingen als die van Ingrid Mol en Theo Jansen zijn altijd de moeite waard om te bezoeken.
Het Malieveld-project blijft interessant voor mij persoonlijk als laboratorium en incidenteel komen ook anderen daar werken op zaterdagochtend. Zo werd op 9 april het vierjarig jubileum gevierd met een aantal deelnemende kunstenaars.
Buiten Den Haag vind ik PARK in Tilburg toch heel bijzonder met o.a. een zomer-installatie van Yona Friedman en een fantastische tentoonstelling als Mwili na Akili met Charlote Schleiffert en Paul Bogaers. Lekker licht, een tentoonstelling die Eelco van der Lingen maakte voor het Centraal Museum in Utrecht vond ik erg de moeite waard en het was fijn om te zien dat ook This Art Fair in de beurs van Berlage wat meer karakter begint te krijgen. Het is goed dat individuele kunstenaars zich hier kunnen aanmelden.
Internationaal werd ik geraakt door de Robert Ryman-tentoonstelling in DIA-arts centre in New York, de Duchamp en Brancusi opstellingen in het Philadelphia Museum of Modern Art, de Barnes-Collection in Philadelphia, de heropening van het SF MOMA met een prachtige inventieve nieuwe vleugel en een fantastische brede presentatie van o.a. Elsworth Kelly. Verslagen stonden op Facebook, maar daar moet je kennelijk toch niet te enthousiast gebruik van maken want na een album met al mijn Malieveldwerk zijn nu ook drie van mijn U.S. albums verdwenen. Ik zal proberen in de loop van de komende maanden verslagen op dit blog te zetten.
De tentoonstelling van Annemiek Lauwerens in een kapel in Pernes les Fontaines in Zuid Frankrijk liet voor mij zien dat context heel belangrijk kan zijn voor het werk van een kunstenaar.
Hoogtij bestaat in gradaties. Er is een groot Hoogtij en een wat kleiner Hoogtij tijdens welke minder galeries en initiatieven open zijn. Het Hoogtij van vandaag was wat kleiner, maar er waren wel een behoorlijk aantal goede tentoonstellingen te bezoeken. Het weer was mooi en men had er zin in dus er was ook een behoorlijk publiek deze avond. Ondanks alle verhalen over verhuizingen en subsidieperikelen blijkt tijdens Hoogtij dat de Haagse kunstwereld veerkracht heeft en dat zij een krachtig beeld blijft tonen van wat hier in het veld gebeurt. Bij deze een indruk:
Bij de Grafische werkplaats een tentoonstelling onder de naam SUR-Face in samenwerking met Whispering Wall. De genodigde kunstenaars vervaardigden eerst papier bij het platform aan de Weimarstraat en bedrukten dat vervolgens bij de Grafische Werkplaats die zo weer een aansprekend project realiseerde:
Maarten Schenkeveld vormde 3D-papier en zo hoefde hij eigenlijk geen druktechnieken meer te gebruiken
Deze gemodificeerde zuigtafel was zijn mal
Machiel van Soest bedrukte zijn witte papier met een witte tekst, niet te fotograferen
Almost…
De kleur van dit papier stond me direct aan en in combinatie met zwart oogt het erg fraai. Dit werk is van Evelyn Snoek
Voor ontwerper Ben Faydherbe was het een tijdelijk afscheid van zijn comfort-zone, maar het resultaat mag er zijn. Rechts zijn werk op geschept papier.
Twee uitgaven zijn vervaardigd binnen het project: rechts een mooi boekje van Machiel van Soest die kennelijk een vouwschema had gemaakt voor zijn drukgang en ter linkerzijde een uitgave van Aliki van der Kruis
Dit zijn de drukken van Aliki van der Kruis
Bij JCA de Kok had galeriehoudster Ineke Sleeuwenhoek een uitwisseling met de beheerder van “Trash the House”, Suzanne Somer. Beiden keken door elkaars fotoarchieven en maakten met een combinatie deze tentoonstelling in de ruimtes van de galerie.
Het geheel zit vol spiegelingen en verdubbelingen
Suzanne Somer liep druk rond om het idee van de tentoonstelling enigszins te verduidelijken. zo heeft zij hier het gewillige oor van Dubio & Topp.
Er hingen verrassende foto’s
in fraaie combinaties.
Hier dacht ik even dat ook Marijn van Kreij te gast was
Maar bij nadere beschouwing bleek het toch een origineel van de dames
1646 was aan het inrichten en dus gesloten, maar voor de etalage hing een video van het komende collectief.
Dürst Britt & Mayhew tonen werk van de Fransman Alexandre Lavet onder de welluidende titel “La cigarette n’a pas le même goût au soleil” wat een conceptueel impressionisme suggereert. Bij binnenkomst denk ik direct aan de ooit door Arno van Roosmalen geconcipieerde Nieuwe Haagse School en rondkijkend met name aan Ton Schuttelaar. Bij nadere beschouwing blijkt het werk intentioneler: de kassabonnetjes op de vloer zijn precies getekend en de bierblikjes zijn ook precies nagemaakt. De stofhopen zijn weliswaar van de galerievloer geveegd, maar dan wel weer precies geplaatst. Aan de muur waren witte vlakken geschilderd die zich amper van de muur onderscheiden. Een intrigerend geheel dat de ruimte als zodanig laat prevaleren, maar er wel suggestieve accenten in toont.
Geplaatste stofhoopjes
een tekstvel bij de tentoonstelling op de vloer
Zorgvuldig gesneden boomplaadjes
en een naar ontwerp gedrukte verflap
Kassabonnetjes
Tape aan de muur hier en daar
Galerie Maurits van de Laar opende vorige week een tweede jubileumtentoonstelling met kunstenaars van de galerie, dit keer in de gebruikelijke galerieruimte. Ook hier blijkt dat van de Laar een fraaie portefeuille heeft met kunstenaars die in een aantal gevallen erg goed zijn. bij deze een door omstandigheden nogal willekeurige keuze:
Erik Pape: Place Stalingrad (je suppose?)
Elsbeth Ciesluk
Justin Weijers
Vorige keer gemist, maar hier magistraal centraal in de ruimte: Zeger Reijers
Diederik Gerlach
De maker van dit fonteintje kan ik me niet herinneren
Trio van Martin Assig
Sebastiaan Schlicher
Nour Eddine Jarram
Tobias Lengkeek
Het toilet met werk van Zeger Reijers
En dan mijn traditionele afsluiting bij Stichting Ruimtevaart met wel heel fraai werk van Maarten Schepers die onder de naam Green/Orange een dubbel-installatie maakte: in de etalage een groene en in de ruimte een oranje. In beide installaties wordt een ingreep gedaan in de werkelijkheid die nogal ontregelend werkt en het oog op het verkeerde spoor zet.
Een kubistische versie van een kerstboom of een surrealistische collage
De tentoonstellingsruimte die nu wordt gebruikt, afmetingen van een beurs-stand, bevat nu de Ruimtevaart Art Fair en dit is editie 1 met slechts één werk, maar wel meteen een hoogtepunt.