Het nieuwe boek Alkibiades van Ilja Leonard Pfeiffer werd mij gisteren door mijn lief gegeven in de vorm van een toegangskaartje voor de Koninklijke Schouwburg waar de première zou plaats vinden van de promotietour die de auteur houdt bij het uitkomen van zijn nieuwe roman. Een indrukwekkend dik boek dat bij deze gelegenheid met een mooi interview door de Vlaamse Jelle van Riet werd geïntroduceerd. Ik zal me er binnenkort met veel plezier toe zetten het boek dat over de gevaren die de democratie bedreigen gaat te lezen!
De avond begon met een stuk dat Nikos Xanthoulis op de lier speelde
Jelle van Riet wist de auteur op speelse wijze aan de tand te voelen
en Pfeijffer wist zich daar prima en met humor in staande te houden.
Tot slot las hij nog een rede tot de Trojanen voor uit zijn boek, begeleid door de lier van Xanthoulis.
Bij HOK Gallery is op dit moment een bijzondere tentoonstelling te zien met werk en documentatie van Tuli Kupferberg, een van de oprichters en The Fugs, een underground band in de Verenigde Staten in de zestiger jaren . Opgericht door Kupferberg en Ed Sanders, twee dichters, werd de band een gedreven politieke en anarchistische eenheid die zich met vele acties tegen de oorlog in Vietnam verzette. Ze hadden banden met de beatpoets, zo waren Allen Ginsberg en Gregory Corso te horen op hun eerste lp. De vrijmoedige teksten waren duidelijk beïnvloed door de dichters uit die beweging en de muziek was folky, maar klonk soms naar de Velvet Underground wat in de hedendaagse beschrijvingen de vraag doet oproepen of zij de eerste punks zijn. Te zien zijn eenvoudige affiches, teksten en tekeningen van Tuli Kupferberg en bij bezoek aan de galerie zal men met plezier de eerste LP,The Fugs First Album, draaien. Kupferberg overleed in 2010, maar zijn dochter Samara toonde het materiaal in New York en bracht het nu naar Den Haag. Ze voegde er nog wel fijne potloodtekeningen van haar zelf toe aan de tentoonstelling
Het is een interessante tentoonstelling die naadloos past in het door een punkverleden gevoede programma van de galerie. De interesse in collage, tijdschriftjes in riso en andere snelle druktechnieken met een DIY attitude voegt zich zo in een bredere stroming in de cultuur die van dada en surrealisme naar de beats, hippies en punks beweegt waarbij geen discipline wordt geschuwd. Dat is ook zeker te zien aan de zondagmiddag activiteiten die sinds april plaats vinden, een mooie aanvulling op het programma. De tentoonstelling A Fug and his daughter is inmiddels verlengd tot en met 28 mei en is ook tijdens Hoogtij te bezoeken.
Een eenvoudig gestencild A4tje
Is genoeg
Dochter Samara Kupferberg
Gedicht van Tuli Kupferberg
Tulis Kupferberg
Aandoenlijk eenvoudige tekeningen
En ook theater
Vergezeld door tekeningen van Samara Kupferberg
Strips werden naar believen gesampled
Een door HOK Gallery uitgegeven editie
Stomp with the Fugs!
Flyer met Ed Sanders en tekening van Samara Kupferberg
Het digitaal literair podium Elders Literair presenteerde gisteren bij boekhandel Douwes in Den Haag een eerste officieel magazine. Na een nul-nummer te hebben gepubliceerd om de temperatuur van het water te voelen is nu een editie verschenen met een aantal bijdragen waarvan een deel over beeldende kunst gaat. Dat het water aangenaam is bleek uit de grote opkomst, de eerste etage van de Haagse boekwinkel was vol publiek dat tot op de trap naar beneden de muziek en het voorlezen van diverse auteurs volgde. De presentator van het geheel, schrijver Arjan van Meijgaard, sprak met diverse auteurs over hun praktijk en hun bijdrage. Ook leidde hij met onderkoelde humor het muzikale duo Art for Art’s sake in dat tot mijn grote verwondering en plezier een traditional speelde uit het Amerikaanse folk repertoire speelde dat een van de favorieten was in mijn jeugd.
Het nieuwe tijdschrift
De Belgische Kristien de Wolf leest voor uit haar nieuwe roman (under construction)
het eerste exemplaar werd uitgereikt aan Roland Verbiest, een Haagse auteur die in Congo woont.
En dan lag ook DeFKa Research magazine #6 in de bus. Ik draag daaraan bij met een essay onder de titel Drijfhout, dat is ook het thema dat het nummer vult. Exemplaren van het magazine zijn verkrijgbaar op de site. Een ouder essay dat ik voor DeFKa Research schreef staat inmiddels op mijn eigen site.
In de Spanjaardshof in Den haag heeft de wat rommelige tentoonstellingsruimte bij de ingang van het ateliergebouw de laatste jaren een wat officiëler status gekregen onder de titel Westend Project. Curator is Annemiek Louwerens die na haar etalagegalerie Vitrine in de Weimarstraat wel iets meer wilde. Inmiddels zijn er een aantal bijzonder aardige tentoonstellingen te zien geweest. Naar aanleiding van een boekje dat ze op een van de ateliers zag nodigde ze Roelof Zijlstra, de auteur van het boekje, uit een tentoonstelling te maken met de inhoud ervan. Zijlstra had een zestigtal kunstenaars gevraagd een werk met een poedel te maken en daarmee maakte hij vervolgens het boekje. Dit boekje met de bovenstaande titel (de dronken poedel) werd zondag officieel gepresenteerd. Bij deze gelegenheid werden een aantal poedels er uit en nog wat nieuwe werken in een tentoonstelling getoond. Die tentoonstelling is in alle spontaniteit heel leuk geworden en de opening was dan ook een levendige boel. De in Gent woonachtige Roeland Zijlstra is opgeleid aan de KABK en heeft ook enige tijd in Den Haag gewerkt. Het was voor hem een plezier om oude medestudenten en collega’s te ontmoeten en herinneringen op te halen. Bij deze een indruk:
“There is a tendency to clutter things up, to try to make sure people know something is art, when all that’s necessary is to present it, to leave it alone. I think the hardest thing to do is to present an idea in the most straightforward way.” —Bruce Nauman, Art in America, 1988
Een week of twee geleden kreeg ik van Ber Frings een boekje dat hij had gemaakt in de Coronatijd. Ik ben geïnteresseerd in hoe kunstenaars de Coronatijd hebben doorgebracht, voor mij is het in meerdere opzichten een vruchtbare periode geweest. Dat blijkt voor Bert ook zo geweest te zijn. In het boekje staan door hem geschilderde stillevens in tempera en aquareltechniek. Het stilleven is een in zichzelf gekeerd wat archaïsch onderwerp, maar die van Frings zijn eerder grootstedelijk door de elementen die hij geschilderd heeft en door de structuren die erin verwerkt zijn. Dat ook de grote stad eenzaamheid kent blijkt uit de werken met een kauw die hem regelmatig bezocht: het doet denken aan gevangenen die vogels zien door de tralies, een bekend literair beeld. De temperatechniek geeft er een mooi korrelig effect aan, een fijn boekje met fijn werk!