16 juni 2014
Bij galerie Helder exposeert Otto Egberts voor de tweede keer na een succesvolle presentatie op de Kunstrai. Het werk wordt samen getoond met dat van Marcel Wesdorp en dat combineert erg goed. De foto’s van Wesdorp laten onbestemde landschappen zien die ook in zijn films voorkomen, landschappen die vragen oproepen over wat we nu eigenlijk zien. Het zijn redelijk abstracte beelden zonder veel leven, eerder verbeelde atmosferen die mij zeker wel tot de verbeelding spreken. Wesdorp laat ook een installatie zien met boeken die het script van een van zijn films bevatten. Onder de naam I Wish I Couldn’t Lie staat het even ongenaakbaar als de andere werken in de galerie.
Dergelijke ongenaakbare installaties heeft Egberts eerder ook gemaakt, maar nu laat hij alleen schilderijen zien. Abstracte bijna grijze doeken met in sommige doeken kleurbanen waarbij de kwaliteit in de schildermethode gevonden kan worden. De doeken die min of meer monochroom zijn heten “Progrès”, vooruitgang dus en je vraagt je af of het verdwijnen van eerdere figuratieve elementen in zijn werk als gemutileerde lichamen e.d. als vooruitgang worden ervaren. Het werk blijft weliswaar een wat zware toon houden, maar de nadruk komt meer op de gelaagde techniek te liggen en is dus meer kunst “as such”. De schilderijen met kleurbanen heten “Wund”, wonde dus. Dat deze schilderijen recenter zijn gemaakt doet vermoeden dat nu het schilderij gemutileerd raakt. Als een schilderij een spiegel van de wereld is wordt hier een wereldbeeld getoond dat vragen oproept: de kleuren in deze schilderijen verlevendigen de schilderijen nogal. Het heeft allemaal nogal wat implicaties. Dat de kunstenaar een denker is en er veel meer achter zijn doeken zit dan te zien is blijkt ook uit zijn tekst in de publicatie die galerie Helder bij deze tentoonstelling heeft gemaakt. Zolang die gedachten tot dergelijke schilderijen leiden blijft de kunstenaar bepaald de moeite waard om te volgen.