16 september 2018
De nieuwe tentoonstelling in Nest in Den Haag gaat over taal en wat dat voor de culturele identiteit betekent. In veel gevallen wordt het wegvallen of oplossen van een taal, de manier waarop dat gebeurt en de gevolgen daarvan voor ethnische groepen in het werk gethematiseerd. Ik was een beetje op het verkeerde been gezet, omdat ik verwachte een tentoonstelling met taal als beeld te gaan zien. Nu had ik af en toe de indruk op een festival voor ethnocinematografie te belanden. Eerder had ik al wel kunst gezien waarin dergelijke onderwerpen behandeld werden, m.n. in Athene tijdens Documenta XIV, dus het is iets dat speelt. Als je dan eenmaal aan het idee went zie en hoor je toch een interessante tentoonstelling met ook verrassende beeldende werken. Mij bevielen vooral de werken van Marcel Pinas, een Surinamer die afstamt van de N’dyuka, afstammelingen van slaven uit Afrika. Een interessant element in zijn werk is het Afaka schrift, een alfabet bestaand uit 56 tekens dat is ontworpen in 1910 door Afáka Atumisi. Het is bedoeld om de cultuur van de N’dyuka levend te houden. De kunstenaar gebruikt de tekens om de cultuur te continueren.
Een andere interessante kunstenaar is Parastou Farahar, die een hele kamer heeft beschreven met teksten in Farsi. De manier waarop ze dat gedaan heeft, gekalligrafeerd en sterk variërend in schrijfrichting en schriftgrootte, geven het idee dat het geheel een organische ruimte is. De expositieruimte is gemodificeerd naar de behoefte van de kunstenaar en betrekken de toeschouwer bij de herinneringen aan de cultuur waar de kunstenaar uit afkomstig is.
Pingback: Voorbij de communicatie. Hamid El Kanbouhi, 1646; Chen Hangfeng, SinArts Gallery; Language is the only homeland, Nest; Den Haag | Villa La Repubblica