Wat zich laat aanzien als een tweejaarlijks gebeuren opende vandaag voor de tweede keer bij Quartair: de staat van de schilderkunst naar het inzicht van Haagse kunstenaars Nies Vooijs, Annemieke Louwerens en Pietertje van Splunter. Een nogal ambitieus uitgangspunt dat misschien te verdedigen valt met het argument dat het persoonlijke inzichten zijn van drie schilders die hun sporen ruim hebben verdiend met schilderen. Het is opvallend dat in deze tentoonstelling niet alleen verf gebruikt wordt om schilderkunstige problemen te behandelen, ook textiel en gekleurd folie zijn opvallend aanwezig en ook keramische beelden vormen deel van deze expositie. Wat me vooral aan stond is het werk van Jacqueline Peeters dat onbekommerd tekst en beeld in abstracte beelden combineerde met een even vrij materiaalgebruik. Verrassend goed werk waarvan best veel te zien is in deze fraaie groepstentoonstelling!
Jacqueline Peeters: Rode Stoel – 2016
Jacqueline Peeters: My last unsold painting – 2023
Schilderkunst in context: Andreas Exner: Lascaux dioxazin violet clair-BMW 1600 – 2023 met op de achtergrond een werk van Robine Clignett
Robine Clignett: vlnr bonne nuit le jour – 2022, longing of the plants – 2021
Jochem Rottevee: Colour has to travel – 2023
Marcos Kueh: Woven talisman # 03 The birthday boy – 2023
Onder bovenstaande titel opende tijdens Hoogtij vorige week een tentoonstelling die is samengesteld door Pim Piët. Er hangt werk van nationale en internationale kunstenaars die op verschillende wijzen de verwerking van taal en ook soms concept verwerken in beeld. Het is een interessante tentoonstelling die logisch voortkomt uit de manier waarop Pim Piët zich zelf met deze materie bezig houdt. Het meeste werk is nogal grafisch, gezien het onderwerp nogal logisch, maar ik had zelf graag gezien dat er ook meer gekeken wordt naar de manier waarop schilders en tekenaars met taal om gaan in combinatie met beeld. Ik begrijp dat een René Daniëls of een Jasper Johns niet tot de mogelijkheden behoren, maar er zijn beslist interessante kunstenaars wiens werk hier zeker tussen zouden passen. Walter Swennen is zo iemand, maar daar is geen beeld naast de taal te zien. Het neemt niet weg dat het een mooie, compacte tentoonstelling is die het zeker de moeite waard maken om langs te gaan in de Spanjaardshof. Er is ook een mooi boekje gemaakt in samenwerking met Ben Faydherbe dat verkrijgbaar is bij de tentoonstelling. Zondagmiddag is de tentoonstelling geopend en zal nogmaals de performance Sandstorm, not speaking door Natsumi Sakai worden uitgevoerd. Gedurende de week zou je even bij Pim Piët moeten aanbellen.
Robert Barry: Z.T. – 1991
Ben Faydherbe: links Tolerance – 2022, rechts Coexist – 2022
Links Walter Swennen: Toeternitoe – rechts Ludo de Kort: A.P. (Architectural Parts) #003-52B
In het voormalige Gemeentemuseum bezocht ik de solo-tentoonstelling van Walter Swennen, een Belgische eenling wiens werk me een paar keer aan René Daniëls deed denken. Niet vreemd, want ook Daniëls was bezig met taal en woordspelletjes zoals die in het werk van Swennen te vinden zijn. Het zijn echter ook de precieze onbeholpenheid in het schilderen en bepaalde beeldelementen die dergelijke associaties veroorzaakt. Daarnaast putten beiden uit gemeenschappelijke bron: Broodhaers was een vriend van Swennen en zij voerden samen happenings uit en ook vinden we een fors deel Belgicisme in beider werk. Swennen bouwt zijn schilderijen op als een vrije jazz-improvisatie: hij begint en laat zich leiden door wat gebeurt. Dat heeft als gevolg dat zijn werk alle kanten op zwerft, maar het blijft herkenbaar eigen. De kunstenaar heeft een aantal randvoorwaarden waar hij zich aan houdt in zijn aanpak van het schilderij. Het materiaal waarmee hij werkt is zoals gezegd de taal, semantiek, de kunstgeschiedenis, maar ook de ideeën van diverse wetenschappers spelen bij de afgestudeerde psycholoog een rol. Je zou zo kunnen zeggen dat het eigenlijk behoorlijk conceptueel werk is. De kijker wordt in dezelfde rol gebracht: hij ziet woorden, beelden, kleuren en dit is zijn materiaal om te bepalen wat hij ziet, mede gestuurd door zijn eigen referentiekader moet deze al kijkend en associërend zien wat de schilder heeft willen tonen. Ik kende het werk van Swennen natuurlijk al wel en plaatste het in de punktijd waarin het ontstond, toen ook de Mülheimer Freiheit en Martin Kippenberger op kwamen en er een hele nieuwe schildergolf door de wereld sloeg. Nu ik het oeuvre in een solo bij elkaar zie bewonder ik de consistentie en de gelaagdheid van het werk in een prachtige tentoonstelling die voor liefhebbers van schilderkunst wel bezocht moet worden!
Goofy – 1989
Doorn – 2017
Noeud Papillon (vlinderdas) – 1999
Hallo Patti – 2011
Haven – 2020
Josette – 2018
Z.T. (Chapeau) (Hoed) – 1994
Conversation avec le fantôme (Gesprek met het spook) – 2017