14 maart 2021
In Ruimtevaart is vanaf Hoogtij op afspraak een tentoonstelling te bezichtigen met werk van een drietal kunstenaars: Elsa Hartjesveld, Hans Ensink op Kemna en Paul van der Zande. De drie al wat langer praktiserende kunstenaars hebben enige tijd gediscussieerd over hoe hun tentoonstelling zou worden ingericht en besloten werd dat te doen op grond van drie basisvormen die in hun werk belangrijk zijn: de cirkel bij Hartjesveld, de rechthoek (of het vierkant) bij van der Zande en de driehoek bij Ensink op Kemna. In de binnenruimte van de centrale tentoonstellingsruimte hangen drie grote werken, van ieder een. Eromheen en in de annex hangt het werk meer individueel. Een geslaagd concept, de tentoonstelling oogt afgewogen als geheel en de kunstenaars laten goed werk zien.
Van der Zande maakte twee wandwerken met enigszins ontregelende blokken: in twee hoeken bracht hij deze geometrische vormen aan die ogen als een gebroken geheel. In een poging de hoek te ontkennen of in het andere geval de de vorm te breken laat hij de kijker raden wat er aan de hand is. De gebruikte perspectieven versterken dit enigma op effectieve wijze. De vierkante schilderingen die van hem getoond worden zijn ook geometrisch met fraai kleurgebruik.
Elsa Hartjesveld gaat uit van de cirkel die eerder in zwart-wit tekeningen prominent aanwezig was. In een mooie grote tekening in de centrale ruimte is dat evident. Zij brengt in deze tentoonstelling echter voornamelijk kleine beschilderde Gamma-kleurstalen, kleine schilderijtjes die voor haar sferen weergeven. Zij houdt ervan te spelen met vormen en kleuren en dat is te zien: in de kleine werkjes is een grote variëteit aan schilderkunstige mogelijkheden te zien die allemaal de kleur van het staal als basis hebben. De beelden zijn vaak abstract, maar soms zie ik er figuratieve beelden in, Hartjesveld laat haar associaties en herinneringen duidelijk ook toe in het werk. Het resultaat is een mooi levendig geheel.
Ensink op Kemna is op zoek naar evenwicht. Hij grijpt soms terug op oude thema’s, zoals in het grote doek dat in de centrale ruimte hangt: vorm en restvorm in een esthetisch evenwicht. Zijn nieuwe werk oogt conceptueel maar is dat niet: hij tekent een grit op de drager en vult dat stap voor stap in, steeds controlerend of het resultaat niet uit het lood raakt en zich aanpassend aan elke stap die hij neemt. De centrale vorm die zo ontstaat en de restvormen die overblijven worden zo een nog grilliger geheel dan eerdere doeken die ik van hem zag, het lijkt een vruchteloos streven naar maximale entropie. Van de grote tekeningen die in de tentoonstelling hangen had ik graag wat meer afstand genomen, maar de kunstenaar vertelde me dat hij graag wil dat de kijker er bovenop zit. Het schoot me te binnen dat hij zo ook de ruimte om het werk en de kijker en de ruimte daartussen zo ook manipuleert, zoals hij dat ook doet met de schildering en de ruimte tot de rand van het werk.
Het is een tentoonstelling die zeker het bezoeken waard is, ze is dan ook op afspraak te bezoeken!













