1 december 2022

10 juni 2021
Bruce Nauman: Walk with Contrapposto – 1968
Ook in het Stedelijk Museum, waarover later meer!
27 november 2015
Tot nu toe heb ik nog niet de gelegenheid genomen om de performances van Tino Sehgal te bezoeken in het Stedelijk Museum. Na twee eerdere ervaringen waarvan ik nogal onder de indruk was hoorde ik over de aankopen van het Stedelijk Museum en nam ik me voor om regelmatig een kijkje te nemen. Door toenemende activiteiten in mijn eigen praktijk is het daar niet van gekomen, maar vandaag was ik in Amsterdam en bezocht ik het Stedelijk, uitsluitend voor de performances. Bij het betreden van de vleugel waar de performances zich zouden afspelen hoorde ik direct al een heldere alt zingen: This is propaganda. Traag en met een licht crescendo kwam het uit de keel van een suppoost die na het zingen van de frase zei: This is propaganda, Tino Sehgal – 2002. In de zaal waarin dit zich afspeelde hingen grote abstracte werken, een mooie combinatie, maar ik moest ook denken aan de tekst van Hans Haacke over corporate art wat de ingetogen sfeer in de ruimte wel een schurend randje gaf.
Tijdens het rondwandelen zag ik door een deuropening opeens naast een werk van Carl André een half naakte vrouw dansen, zij stond juist op het punt haar kleding weer langzaam aan te trekken, net zo verleidelijk als ze zich eerst kennelijk ontkleed had. De meeste aanwezige bezoekers dachten dat het afgelopen was en liepen weg, ik bleef als enige over. De vrouw bleef oogcontact met mij zoeken en mij verleidelijk toe lachen terwijl zij het ene na het andere kledingstuk weer aan trok. Het was nogal confronterend en het was moeilijk een enigszins klinische blik te houden en niet af en toe weg te kijken. Toen zij klaar was zei ze: Selling out, Tino Sehgal – 2002. Er was nog een derde performance had ik begrepen en na een jonge suppoost te hebben gevolgd in de veronderstelling dat zij iets zou doen maakte ik een ronde door de benedenverdieping om later terug te keren. This is propaganda bleef nog steeds door de ruimtes klinken en weer bij de Carl André gekomen, waar verder niemand was, begon opeens een mannelijke suppoost zich te ontkleden, met alle betekenisvolle blikken en het gedraai die bij een strip-tease horen. Het was iemand die duidelijk de sportschool bezoekt en daar trots op is. Hij hield veel minder afstand dan de vrouw eerder en gleed een paar keer op een centimeter afstand langs me, ik kon hem ruiken en voelen. Dit was minder confronterend, meer een beetje raar, je wordt opeens in een andere wereld getrokken waar ik normaal geen weet van heb. Toen hij zich tot op de slip had uitgekleed zei ook hij: Selling out, Tino Sehgal 2002. Vervolgens kleedde hij zich weer langzaam op de zelfde manier aan als hij zich had uitgekleed. Dit was een tweede, mannelijke versie van dezelfde performance die ik op een andere manier ervaarde dan de eerste versie waardoor ik echt zo geraakt werd dat ik er deel van uitmaakte.
Toen ik de zaal uitliep werd ik aangesproken door een jonge getinte vrouw, dezelfde suppoost die ik eerder had gevolgd in de veronderstelling dat zij een van de performers was. Zij vroeg me of ik de hele performance had mee gemaakt en wat ik er van vond, ik kreeg de indruk dat ze er zelf moeite mee had. Ik vertelde haar dat ik het vrij confronterend vond, maar dat ik het fascinerend vond te ervaren hoe je in de zalen van het Stedelijk Museum tussen al die bewonderde klassieke werken in een andere wereld getrokken wordt en op andere elementen in jezelf wordt aangesproken. We spraken wat heen en weer en ik vertelde haar zelfs dat ik haar had gevolgd om een van de performances te zien, zij vertelde echter dat die elders in het gebouw plaats vonden. Daarna spraken we verder over de performances tot ik verder wilde. Toen zei ze dat ik zojuist mee had gewerkt aan This is Critique, Tino Sehgal 2008.
Licht verdwaasd liep ik naar buiten, maar ik voelde me ook licht en tevreden: het feit dat ik een stap had gemaakt vanuit de situatie waarin je als museumbezoeker naar een werk kijkt en er misschien door wordt geraakt naar een situatie dat ik deel uitmaakte van een kunstwerk in een museum en zo een grens hebt overschreden, een grens waarvan je als kunstenaar hoopt dat je die door publiek kan laten passeren, vind ik fascinerend. Er zijn parallellen met het moderne theater, maar dit vond plaats in het museum voor beeldende kunsten wat de situatie toch anders maakt. Het feit dat de strippers zich op dezelfde manier uit- en aankleden geeft een wat formeel tintje aan de performance waarvan je je bij terug denken bewust bent. De zin daarvan zie ik niet direct. This is critique volgde bij mij perfect op de tweede versie van Selling out, omdat ik op dat moment wel erover wilde praten. Het geeft meer dan genoeg aanleiding ook in december nog een bezoek te brengen aan het Stedelijk Museum
This is Propaganda, Tino Sehgal – 2002
17 november 2014
De tentoonstelling van Marlene Dumas in het Stedelijk Museum is overdonderend en tegelijkertijd een warm bad van herinneringen. Vanf haar tijd op Ateliers 63 ken en volg ik haar werk zo veel het kan. Het is mooi om dit nu zo bij elkaar te zien hangen, alhoewel het niet echt volledig is. Het oude werk, de knip en plakwerken zal ik maar zeggen, vond ik direct prachtig en de directe manier van gedachten en gevoelens verbeelden sprak me erg aan, en nog steeds heb ik daar een zwak voor. Het leven en het werk is hier een vloeiende beweging en hoe vloeiend de schildertechniek van Dumas ook is heb ik toch het gevoel dat ze met schilderen wat meer afstand neemt tot haar onderwerpen. Die onderwerpen verbreden zich dan naar meer algemene thema’s zoals het vrouwbeeld, religie, kunstgeschiedenis of politiek. Daartussen zitten schilderijen van een granieten kracht, onontkoombaar! Het is een prachtige en voor het Stedelijk belangrijke tentoonstelling, bij deze wat van mijn favorieten:
Het was nogal druk en niet alles viel goed te fotograferen, maar dit vroege werk is al een heel directe weergave van thema’s die ze Zuid Afrika in de krant zag en die belangijk zouden worden voor Dumas: liefde en dood.
Dit nogal anachronistische portret van Marianne Faithfull hangt er bij en de artieste trad speciaal voor de kunstenaar op tijdens de opening.
De vrouw van Lumumba tijdens haar wandeling door de straten van Kinshasa nadat haar man was overleden.
For whom the bell tolls, een recent doek. Het kan Ingrid Bergman zijn in de verfilming van het gelijknamige boek van Hemingway, maar het kan ook een verwijzing zijn naar de tekst van John Donne: No man is an island entire of itself; every man is a piece of the continent, a part of the main; if a clod be washed away by the sea, Europe is the less, as well as if a promontory were, as well as any manner of thy friends or of thine own were; any man’s death diminishes me, because I am involved in mankind. And therefore never send to know for whom the bell tolls; it tolls for thee
Drie dode dames op klassieke manier geschilderd: de weergave van de St. Lucia, naar een middeleeuws schilderij en met de naam Lucy naar deze tijd gehaald
Mindblocks, geblokkeerde geesten in het midden-Oosten, een betonnen attitude die volkomen verweerd is omdat ze al zo lang bestaat.
18 mei 2013
Om werk te brengen was ik na het Malieveld gebeuren even in Amsterdam voor een “hit&run”- bezoek. Ik had niet heel veel tijd en heb dus twee keuzes gemaakt: Ten eerste ging ik naar de Wetering galerie waar een weekeinde lang ethnografica worden tentoon gesteld in het kader van “ The Amsterdam Trail“, een weekeinde waarin de galeries die in ethnografische en aziatische kunst zijn gespecialiseerd samen een programma presenteren waarin deze artefacten worden getoond met werk van contemporaine kunstenaars. Bij Wetering galerie worden die objecten gecombineerd met werk van Hinke Schreuders en dat heeft een prachtige expositie opgeleverd. De kleine monochrome doekjes zijn gemaakt van garen dat de kunstenaar jaren geleden ergens vond. De tentoonstelling is tweede pinksterdag nog open!
De volgende keuze die ik had gemaakt betrof de tentoonstelling van Aernout Mik in het Stedelijk. Ik had afgelopen jaar al een tentoonstelling gezien van Mik in Centro de Arte 2 de Mayo bij Madrid waar ik van onder de indruk was ( http://chmkoome.home.xs4all.nl/pagina’s/ARCO%202012%20-%20de%20tentoonstellingen.htm ). De huidige tentoonstelling is een voortzetting en uitbreiding van wat daar te zien was: een wat chaotisch samenspel van ruimtes waarin de video’s van Mik worden vertoond en waar de bezoekers deel lijken te nemen aan het mierachtige gewriemel dat de acteurs in de video’s uitvoeren. De enorme nieuwe tentoonstellingsruimte in de kelder van de nieuwbouw van het stedelijk is duister en geeft precies de juiste claustrofobische sfeer die de intentie van de video’s versterkt: de doelloosheid in de video’s is het enige dat oplicht en elke video toont weer een andere sector van de maatschappij waarin de zinloosheid van menselijk streven wordt bevestigd. De tentoonstelling geeft een onrustig gevoel dat na het verlaten ervan ongemerkt doorsuddert.
De mond van de lookalike geeft de daadkrachtige uitdrukking van de man goed weer, als een fascistisch icoon!
En vindt een boekpresentatie plaats van Roma Publications waar ook Nickel van Duivenbode publiceert. Hij leest hier uit eigen werk. Zijn essay voor Lost Painters is zeer de moeite waard: http://www.lost-painters.nl/gastschrijver-12-nickel-van-duijvenboden-steve-reich-en-ben-frost-geen-affront/
http://www.weteringgalerie.nl/
http://www.stedelijk.nl/agenda/tentoonstelling-aernout-mik-communitas