5 december 2022

12 april 2019
Het Gemeentemuseum komt opeens met een tentoonstelling om de collectie in het zonnetje te zetten. Daartoe nodigde het museum van oorsprong Haagse kunstenaars uit met wat andere landelijk of internationaal bekende mensen om hun activiteiten in samenhang te tonen met hun keuze uit het museum. Het geheel mondt uit in een bijzonder aardige tentoonstelling die laat zien dat niet alleen blockbusters nodig zijn om het museum naar behoren te laten functioneren. Met die bezoekersaantallen zit het straks toch wel goed na die vermaledijde naamsverandering (die overigens nog even flink in het zonnetje werd gezet tijdens de openingstoespraak).
De genodigde curatoren zijn Jennifer Tee, Berlinde de Bruyckere, Tjebbe Beekman, Jan Taminiau, Marcel van Eeden, Philip Akkerman en Erik Kessels. Zij hebben een gevarieerd geheel samengesteld waarin soms ook eigen werk en soms alleen de museumcollectie figureert, bij deze een indruk:
Philip Akkerman’s werk is niet aanwezig in zijn presentatie, maar persoonlijk verlevendigt hij de opening met diepe bassen en hardcore disco!
Bij Marcel van Eeden staat het tekenen centraal met hier materiaaloefeningen van Paul Citroen die actief was in de Vorkurs van Bauhaus
De basis van het tekenen brengt mooie resultaten voort!
Een serie tekeningen van van Eeden ontbreekt niet, deze is uit een publicatie die hij vorig jaar in opdracht maakte. Hierin komt zijn oude zwierige Haagse stijl even terug om de hoek kijken.
Ook Nederlandse lesboeken van Citroen zijn te zien
Modeontwerper Jan Taminiau heeft de grootste ruimte ter beschikking en maakt daar theatraal gebruik van met eigen ontwerpen en textielproeven in combinatie met artefacten uit de collectie van het museum.
De ruimte van Berlinde de Bruyckere vind ik erg mooi, met werk van Richard Long
Een imposant werk van haarzelf
en het werk van Lee Bontecou, aan wie het museum eerder een solotentoonstelling wijdde. De Bruyckere kene het werk uit de V.S. waar de verwerking van textiel haar opviel en inspireerde.
Erik Kessels richtte een zal in met 19e-eeuwers. Voor elk werk legde hij een mat op de vloer met een inspiratie-tekst, om de bezoeker beter te laten kijken. Beetje flauw geheel vind ik het eerlijk gezegd.
Tjebbe Beekman ontwikkelt zich snel met hallucinante schilderijen waarin allerlei invloeden verwerkt zijn.
Zo is het werk van Isda Genzken belangrijk voor hem
En een priemend zelfportret van Max Beckman
Bij de ruimte van Philip Akkerman belanden we in het jaar 1913, hier een verrassende Mondriaan
Een futuristisch schilderij van Russolo
Een prachtige foto van ik weet niet wie
En deze kan ik ook niet plaatsen, maar de band met het werk van Akkerman lijkt me evident.
Een kunstenaarsslaapkamer uit de stijlkamers
met een mij onbekend schilderij van een vermoeid achterover leunend heerschap
Jennifer Tee heeft een mooie lichte ruimte met daarin eigen werk, dat van vrienden en dingen uit het museum
waarvan de donkere camera-achtige sculpturen me nogal aanspraken
1 september 2005
Der Boden unter seinen Füßen war 1933 weich geworden, seit die Nationalsozialisten seinen Lehrauftrag an der Frankfurter Städelschule gekündigt hatten. Ausstellungen waren abgesagt worden. Er selbst war nach Berlin übergesiedelt. Fünfmal hielt sich Beckmann zwischen 1923 und 1937 in Baden-Baden auf. Vor allem in den Jahren 1935 bis 1937 sollte die Kur dem Gefühl zunehmender Isolierung und persönlicher Bedrohung entgegenwirken.