7 juli 2019
Een verrassende nieuwe tentoonstelling opende gisteren in het GEM: werk van Krijn Giezen samen met dat van veronderstelde hedendaagse geestverwanten. Lily van Ginniken en Jean Wijle, voormalig STROOM-medewerkers ijveren al sinds het overlijden van de kunstenaar in 2011 voor grotere waardering voor de kunstenaar. Juist nu lijkt zijn attitude herkend te worden in design en werken van jonge kunstenaars. Aangezien het beleid van het Gemeentemuseum is om in het GEM levende jonge kunstenaars te tonen wordt Giezen voornamelijk als referentie gepresenteerd, maar natuurlijk is het werk zo sterk en herkenbaar dat het verreweg de boventoon voert. Het is een genoegen om zijn werk op dit podium terug te zien en het is jammer dat het kennelijk nog geen tijd is voor een groot overzicht. De jonge kunstenaars die er naast getoond worden hebben nou niet allemaal zo’n band met het werk van Giezen, alleen in de installatie van Bram de Jonghe en het werk van Semâ Bakirovic vond ik wel parallellen. Ik miste werk van Zeger Reyers waarvan ik zeker vind dat hij hier heel goed bij gepast had, dan zouden we ook meteen weer een Haags kunstenaar in het GEM zien.
In de nieuwe Metropolis M staat een fijn artikel van Domeniek Ruyters n.a.v.de brief die Miek Zwamborn aan Krijn Giezen schreef en die in het literaire tijdschrift nY # 38 is gepubliceerd. De titel van het artikel is “Het werk jongt”, een kenmerkende uitspraak van Giezen die aangeeft dat ook kunst een natuurlijk proces moet ondergaan. Met de vraagstelling van Zwamborn, die zich aan de Schotse kust heeft terug getrokken, toont zich een grote natuurlijke affiniteit met de persoon van Krijn Giezen. Zij vraagt zich af waar je het oog van de kunstenaar los laat om het leven te leven.
Ik hoop dat deze tentoonstelling en zo’n artikel meer aandacht vragen voor het werk van Krijn Giezen, want hoe fijn het ook is om zijn werk terug te zien en zijn geest weer even te voelen, deze tentoonstelling hinkelt naar mijn idee toch een beetje op meerdere gedachten.

Krijn Giezen: Zonder titel (installatie) – 1965 – 1989

Bram de Jonghe: Voor alles wat beweegt verstrijkt de tijd – 2019 Een droogvis (iets uit de Jonghe’s jeugd in Oostende) wordt continu rond de zaal getrokken langs een kabel die hij heeft aangebracht.

Krijn Giezen: Rookoven – 1975

Semâ Bekirovic: Kalverstraat 2009 (vier mensen doen een poging een afgebakende vrije ruimte te creëren in Amsterdams drukste straat)

Lompe traan – 1975 Hoe Katwijker vissers levertraan maakten van Lompen (kabeljauw-achtige vissen)

Krijn Giezen: Het schoonmaken van sprot – 1976

Paul Geelen: Untitled (love dart) – 2019 Een scherpe pijl die slakken creëren, voorafgaand aan het paren. Vergroot en in brons uitgevoerd.

Semâ Bekirovic: The International Forest – 2014 Bladeren en takken die per post ontvangen zijn of met luchtvervoer mee genomen zijn.

Semâ Bekirovic: The International Forest – 2014

Krijn Giezen: KG 11 – 1967 Dit soort collage-achtige werken ontwikkelde de kunstenaar tijdens zijn studie aan de KABK waar hij lappen en doeken en kledingstukken verzamelde om die aan elkaar te naaien.

Krijn Giezen: Z.T. – 1977 Ontwerpen voor huizen gemaakt van natuurlijke materialen als strobalen en wilgetakken

In de vitrine’s veel plakboeken met materialen en gereedschappen die de kunstenaar tegen kwam.

Krijn Giezen: Zonder titel (installatie, detail) – 1965 – 1989
GEM