16 november 2021

21 juni 2019
Bij HEDEN is tot 7 juli een tentoonstelling te zien met werk van dertig kunstenaars te zien die op een of andere manier een band met Den Haag hebben. Het getoonde werk is een persoonlijke favoriet of het is nog nooit getoond: de keuze daarvan is aan de kunstenaar. Het geheel geeft op vrij luchtige wijze een beeld van een nieuwe generatie die inmiddels is gegroeid en die in veel gevallen het werkveld aanzienlijk heeft uitgebreid. Het is een groot overzicht aan disciplines dat getoond wordt en als je jezelf realiseert dat dit nog maar een klein deel is van de Haagse kunstenaars die breed actief zijn kan je alleen maar heel tevreden zijn over hoe de Haagse infrastructuur zich op organische wijze heeft ontwikkeld tot een veld waarin het voor kunstenaars goed werken is en waarin de omgeving altijd stimuleert.
Daan den Houter: Stripes_Big_042182
Robin Heyker: Z.T. – 2019
Voor: Nynke Koster – LP 21 – 2018, achter: Mickey Yang – Z.T. – 2018
Marius Lut: Untitled – 2018
Paul Beumer: Nihal – 2019
Melle de Boer – Graham Greenes Living Room
Wieteke Heldens: The Legend (NY) 2 – 2016
Evi Vingerling: Untitled – 2019
Navid Nuur: Untitled – 2019
In het werk van Navid kan je zelf een editie maken, deze is die ik maakte: Navid Nuur/Kees Koomen – FORGET (NOT)
Puck Verkade: Modes of Capture (Bang Bang) – 2016
Zeger Reyers: Till Dead Do us Part – 2016
27 mei 2015
De Amsterdam Art Fair werd geopend en het blijkt een aangenaam overzichtelijk geheel te zijn waarvoor een veertigtal van de beste galeries in Nederland door Wim van Krimpen werd uitgenodigd hun waar uit te stallen. Dit gebeurde op de eerste en de tweede verdieping en op grondniveau is een sculptuur-tentoonstelling ingericht. Het kale garagegebouw vormde een uitdagend contrast voor de kunstenaars en voor sommigen werkte dit in hun voordeel en voor anderen was het misschien wat frustrerend. Zelf vond ik het een levendig geheel waarvoor iets grotere gebaren misschien meer geschikt zouden zijn geweest dan de soms bescheiden bijdragen die nu te zien waren, maar ja, het is wennen om als je werk in een beurs denkt te tonen het een gelegenheid is die ook de gekraakte ruimte van een kunstenaars-initiatief zou kunnen zijn.
Vervolgens het beursgedeelte dat, naar het mij lijkt, in de voormalige showroom van de Citroëngarage werd gehouden. Alles wit, wit-glanzende tegels op de vloer, het zag er wel opeens heel clean uit na de sculptuur-ruimte en dat deed de stands geen kwaad.
Tim van Laere, de enige buitenlandse galerie die ik gespot heb, had een gave stand , met werk van Aaron van Erp (protégé van van Krimpen), Kathy Heck en een mooie Gelatin
Dan naar de tweede verdieping waar de kraak-esthetiek weer helemaal terug was. Dat weerhield gerenommeerde galeries er niet van om hun stand hier in te richten. Aantrekkelijk gegeven is dat het pop-up Citroën restaurant zich daar ook bevindt.
Pieter Paul Pothoven projecteert flinterdunne schijfjes Lapis lazuli en toont desolate foto’s van uitgeputte mijnen bij Dürst Britt & Mayhew
En op weg naar buiten stond een gigantische rij te wachten voor een garagedeur waardoor ieder erin en eruit moest, dat is wel een “dingetje”. Maar we kunnen toch wel concluderen: Van Krimpen doet het weer!
Ook bij: trendbeheer
6 juli 2014
Papa Adama, Paul Beumer, Aquil Copier, Raymond Cuijpers, Aleksandar Dimitrijevic, Wieteke Heldens, Lieven Hendriks, Jeroen Hofhuizen, Judith Kisner, Gerben Koldijk, Henrik Kröner, Evi Vingerling, Marcel van den Berg, Jasper van der Graaf, Marie van Vollenhoven, Jop Vissers Vorstenbosch, Coen Vunderink, Ido Vunderink: There is no I
3 mei 2013
Vandaag had ik in Amsterdam tijd over om wat galeries te bezoeken. Het weer was fantastisch en in de Jordaan was het vrij rustig waardoor ik ontspannen kuierend langs de Prinsegracht een bijzonder goed humeur kreeg. Dat humeur werd alleen maar beter doordat ik, ondanks mijn verwachtingen, een paar echt goede exposities bezocht. Het gaf zoveel stof tot nadenken dat ik een half uur voordat het tijd was maar naar de VU vertrok om daar het oratoir geweld van een nieuwe hoogleraar te ondergaan. Als eerste was ik in het SMBA waar de tentoonstelling The Right to the City is te zien. In Madrid op de ARCO zijn steeds interessante galeries uit Latijns Amerika en een aantal kunstenaars uit die regio zijn ook op een globaal niveau doorgebroken. Hier is een beperkte presentatie te zien, de installatie van Wilfredo Prieto werkte helaas niet en is ook niet weer te geven met een foto maar bij deze een paar hoogtepunten :
Oscar Abraham Pabón: Los Salta Charcos stenen voor een pad van centrum naar periferie in Santa Cruz (Bolivia) ontwikkeld
Jonathas de Andrade: The Uprising, een prachtige video over paarderaces in Recife in Brasilie, met een aangrijpend zingende opstandeling die in prachtige poetische taal activistische liederen uit het verleden zingt
Alfredo Marquez: Katatay, actionisme naar vorbeeld van de Chileense dichter Arguedas. Dit is een vermiste persoon
uit de rurale gebieden in Chili en zijn zuster die hem als vermist heeft opgegeven. De teksten eronder zijn in Quechua (indanentaal) en Spaans“ Dicen que somos atraso” wil zeggen: “ ze zeggen dat wij achterlijk zijn” .
Bij Ellen de Bruijne is een tentoonstelling van Evi Vingerling te zien die indruk maakt. Een klein donker doek doet aan Franz Kline’s doeken denken en het doek ernaast maakt duidelijk dat de natuur wel degelijk inspiratie van de kunstenaar is. Het lijkt wel of zij haar waarnemingen in subtiele streken op doek calligrafeert, het resulteert in een prachtige tentoonstelling!
De werken van de Noorse kunstenaar Olve Sande die in een ruimte opzij hangen maken ook nieuwsgierig naar meer, het is een mooie combinatie met Vingerling.
Vervolgens op naar Annet Gelink waar Ryan Gander een tentoonstelling heeft op dit moment. Ik vind de kunstenaar vaak wat hermetisch, maar hier zijn toch een aantal werken bijeengebracht die gelaagd zijn, maar toch snel aan spreken, bij deze wat plaatjes:
De kunstenaar maakt continu portretten van oude kennissen uit herinnering. De portretten archiveert hij thuis en publiek laat hij de perspex schijven zien die hij daarvoor als palet gebruikt.
Marble Resin (foreground): een “hut“ van de kinderen van de kunstenaar: twee Rietveldstoelen met een deken erover en dan uitgevoerd in marmer.
Verder weer, nu naar Martin van Zomeren waar een tentoonstelling van Katja Mater te zien is. Ik zeg zien, maar je kan de tentoonstelling ervaren. Mater heeft een ruimte gebouwd met daarin gaten in de muren. Ze schilderde het interieur in geometrische vlakken in een bepaalde opbouw die tot blauw-grijze wanden leidde. De gaten in de wanden waren voor camera’s die tijdens de verandering van de wanden foto’s maakten, typische foto’s zoals die waarmee de kunstenaar bekend is geworden. De foto’s nu worden in de galerie op de wand getoond, maar de ruimte waarin ze gemaakt zijn is herbouwd in de galerie, waardoor de ruimte tussen de ge“exposeerde foto’s en de wand van de gebouwde ruimte erg klein is. De bezoeker kan echter wel de gebouwde, en nu dus blauwgrijze, ruimte in en door de gaten naar het werk kijken. De foto’s werken als een projectie uit de ruimte op de galeriewand wat een aansprekend idee is. Wat me ook aanspreekt is dat de bezoeker van de tentoonstelling terug kan naar de basis van het werk, de gebouwde ruimte. De galerieruimte eromheen werkt bepaald claustrofobisch wat misschien een voor de kunstenaar herkenbaar sentiment oplevert.
Dan zag ik ook nog de tentoonstelling Permanent marker van Anthony Goicolea bij Ron Mandos, de tentoonstelling werd nog opgebouwd, maar het is een bijzonder gevarieerd geheel met ijzersterk werk. Ik ken eigenlijk alleen foto’s van de kunstenaar, maar hier is veel meer te zien met tekeningen die o.a. aan Ewoud van Rijn en Otto Egberts doen denken. Ik ga nog een keer kijken als ik weer in Amsterdam ben!
http://www.ronmandos.nl/exhibition/current