13 november 2022
Bij West is nu onder andere de tentoonstelling It might be a mirage te zien. Het leek me een interessant gegeven en aangezien enkele van de deelnemende kunstenaars me aanspreken bezocht ik Onze Ambassade op een prachtige zonnige dag. Ik ga even voorbij aan de inhoudelijke verantwoording van de tentoonstelling, dat vereist enige studie. Afgezien daarvan is het inderdaad een intrigerend geheel dat genoeg stof tot nadenken geeft. het begint al met het werk van James Richards in een paar werken die elk afzonderlijk in samenwerking met of Leslie Thornton of Tolia Astakishvili werden gemaakt. Het betreft projecten die zich in de loop van de jaren ontwikkelen en tussendoor getoond kunnen worden. Aan de buitenkant van het gebouw zijn de tegen de omgekeerde trapeziumvormige ramen kranten te zien die aan de binnenkant zijn vastgeplakt. Aan de binnenkant geeft dat een interessant collage-effect dat zich in het werk, video’s en dia’s, herhaalt. Het zijn beelderupties, formeel gestuurd zoals in de eerste hieronder met het gebruik van filters of van een opeenvolging van zinnelijke beelden zoals in Rosebud (remember Citizen Kane?). Een tot de verbeelding sprekend geheel. Na dit werk dat in een serie ruimtes aan de Lange Voorhoutzijde is ingericht wordt de bezoeker de kelder in geleid waar nog een aantal werken is geïnstalleerd. Een daarvan is van Danh Vo, We the People. Ik zag dit eerder in het Musée de l’Art Moderne in Parijs. Het betreft een replica van het vrijheidsbeeld in New York dat daar in delen werd tentoon gesteld. De bedoeling was dat de delen in musea over de hele wereld zouden worden getoond. Om nu, in deze onrustige tijd met een nieuwe dreiging van een autocratische president in de USA, twee delen van het gedeconstrueerde vrijheidsbeeld in de kelder van de voormalige Amerikaanse ambassade te zien opgeborgen, in al haar tevergeefs glanzende pracht, is beangstigend.
Dat zijn ook de filminstallaties van Wolfgang Plöger die op transparant materiaal geprinte teksten door een filmprojector jaagt. De projecties zijn natuurlijk onleesbaar, ze geven slechts een abstract beeld van onbeheersbaarheid en deconstructie in de nog engszins herkenbare letterfragmenten. Als je dan weet dat de teksten van Amerikaanse gevangenen komen die tot de dood zijn veroordeeld worden de installaties, die al een monumentale kwaliteit hebben, ware vermorzelaars: van de mensen die veroordeeld zijn, van de teksten die ze op het laatst nog naar buiten brachten en ook van het medium als middel om boodschappen over te brengen. De hele tentoonstelling heeft dergelijke metalagen.
Als laatste noem ik nog Robert Kusmirowski, een Poolse kunstenaar die bekend is met installaties die beelden uit de geschiedenis van in veel gevallen Polen herscheppen. In dit geval maakte hij een beeld, Träumgutstrasse, van een uitgebrande kamer in het Czapski Raczynski paleis in Warschau dat door de Nazi’s in brand is gestoken in 1939. Het is een historisch gebouw, geladen met de Poolse geschiedenis dat in de vijftiger jaren ook weer gerestaureerd werd. Het beeld van Kusmirowski toont de situatie na de brand in een levensgrote drie-dimensionale weergave van een woonkamer. Hij vindt dat dit meer recht doet een de geschiedenis dan de gerestaureerde ruimtes in het huidige paleis.
Het zijn allemaal weergaven van het verleden, of het de dagboekachtige beeldenstromen van James Richards zijn,de teksten in het werk van Wolfgang Plöger of de weergave van Jeff Koons’ Made in Heaven door Mark Leckey. De mogelijkheden om dat weer te geven en er waarde aan te geven worden in diverse disciplines onderzocht en dat geeft stof tot nadenken.












