17 maart 2005
Vandaag ben ik in het GEM geweest in Den Haag. In het kader van de tentoonstelling van de collectie van de RABO-bank zijn daar wat “voorstellen voor de toekomst” tentoongesteld. De kunstenaars die tentoongesteld worden zullen worden gevolgd en aangekocht.
Iris van Dongen geeft me hetzelfde gevoel als Dante Gabriel Rosetti: er worden grote gevoelens en thema’s neergezet met een enorm aplomb, maar het weet niet te raken. De technische uitvoering van de werken vind ik in dit geval niet overtuigend.
Hadassah Emmerich maakt indruk met de beheersing van de grote ruimte waarin ze haar werk heeft ingericht, maar ook hier kom ik inhoudelijk niet verder. Het is allemaal wel lief, knap, kleurig en veel, ik denk dat in de toekomst onze maatschappij die richting Azie en Aziatische maatschappelijke structuren en grootstedelijke chaos tendeert dit werk met veel plezier zal ontvangen.
Dan Marc Bijl: die intrigeert me wel behoorlijk. O.a. door de macho sculpturen in combinatie met gesprayde teksten over maatschappelijke en sociale verhoudingen, de taak van de kunstenaar en het gebruik van elementen uit de pop-cultuur. De installatie in het GEM geeft een basketbalveldje weer zoals die in achterbuurten gevonden kan worden: beschermd door prikkeldraad als in een gevangenenkamp, de lijnen op het veld uitgezet in gekleurd neon en het geheel in laaghangende rook gevat wat bijdraagt tot de grootstedelijke licht vervallen sfeer. De muur bevat een tekst over creativiteit en de taak van de intellectueel.
Terugfietsend van het GEM bedacht ik me dat kunstperceptie misschien toch ook “a gender-thing“ is zoals een Amerikaanse vriendin me ooit vertelde.


